REISVERSLAG ZUID-AMERIKA – 23 juni t/m 9 augustus 2016

Donderdag 23 juni

Keurig 3 uur vóór het gepland vertrek van 11.15 uur bij de incheckbalie op Schiphol aangekomen. Na een gezamenlijk kopje koffie afscheid genomen van Ciska en Marianne; op naar het avontuur maar 7 weken weg van het thuisfront voelt wel als heel lang.

Bij de gate raakten we aan de praat met Shaane, een Surinaamse met Hindoestaanse achtergrond. Ook op weg naar Paramaribo, om haar eerste ontmoeting te hebben met haar internetdate sinds een maand. Frank kon het niet laten met haar op de foto te gaan en een facebook vriendschap te sluiten; toegegeven, ze lijkt rond de 27 lentes, maar blijkt inmiddels 41 jaar te zijn. Trots liet ze haar paspoort aan Frank zien om haar leeftijd te bewijzen.

Het KLM toestel voor de 8,5 uur durende vlucht naar Paramaribo vertrok ruim 1 uur te laat. Een uur nadat het toestel het luchtruim koos ontstond een vreemd voorval. Een passagier dicht bij ons flipte volkomen, werd agressief en riep continue keihard onsamenhangende kreten. Vermoedelijk een psychose of de uitwerking van een combinatie alcohol en drugs. De KLM stewards bonden de man met tie wraps in de boeien en gaven hem een kalmeringsmiddel. Het effect ervan kwam pas na 2,5 uur gekrijs en toen pas keerde de rust weer.

Ons avontuur is begonnen en we zijn nog niet eens geland in Suriname.

Tegelijkertijd met een aantal andere deelnemers aan de Oranje Trophy – Arianne, (jarige) Ton, Ward, Willem, Eric, Stan, Paul, Sander en Kevin – landden we rond 16.00 uur te Paramaribo, de geplande reisduur en rekening houdend met 5 uur tijdsverschil. Daarna een busrit naar het hotel van 1,5 uur. Onderweg blijkt de economische malaise in Suriname; slechte wegen en nauwelijks onderhouden woningen, en de mensen kunnen niet rondkomen in een tijd van superinflatie.

Na het douchen en weerzien met de auto en de overige deelnemers hebben we gezamenlijk met de gehele groep pizza gegeten. Om 23.00 uur terug naar de hotelkamer – het is dan 04.00 uur Nederlandse tijd. Het was een lange dag.

Vrijdag 24 juni

Deze dag vrijaf vangt aan met de gevolgen van het tijdsverschil met Nederland: de jetlag zorgt ervoor dat we allebei heel vroeg wakker zijn, zo rond 05.30 uur. Het is nog zeker een uur donker buiten.

Het ontbijt is uitstekend. Buiten ontbijten lijkt voor de hand te liggen, maar de luchtvochtigheid is dusdanig hoog dat we er voor kiezen binnen te genieten in de koelte in plaats van de warmte buiten. Na het ontbijt eerst tanken, daarna water, bier en voedsel inslaan bij de supermarkt - even wennen aan het links rijden maar dat gaat Frank, zoals verwacht, gemakkelijk af.

Nadat we de auto hebben geladen met de levensmiddelen zijn we te voet naar het centrum van Paramaribo gegaan. Onderweg komen we Fort Zeelandia tegen, een markant voormalig Nederlands fort, waar ook recentelijk gedenkwaardige gebeurtenissen plaatsvonden: in 1975 werd hier ter ere van de onafhankelijkheid de eerste Surinaamse vlag gehesen, in 1982 vonden hier de beruchte decembermoorden plaats. Je voelt de historie als je er rondloopt.

Na de palmentuin ga we richting het centrum van Paramaribo, dat veel winkels kent en de slechte economische situatie bevestigt. Veel wegen, woningen en winkels zien er niet uit vanwege het grote achterstallig onderhoud. En ter illustratie: de Surinaamse dollar was vele jaren vóór 2016 rond 0,22 euro waard, in 2016 is deze dollar gedaald tot nu 0,12 euro. We horen dat veel mensen het moeilijk hebben om in hun eerste levensbehoeften te voorzien.

De Surinamers zijn vreselijk aardig, maar het tempo van leven en werken is laag vergeleken met het tempo in Nederland. Een kwestie van cultuur en mede ingegeven door de temperatuur.

Na de wandeling kiezen Frank en Jacques er voor om even ons eigen ding te doen. Frank is druk bezig met de techniek c.q. de auto, Jacques kiest voor een rondje zwembad en een bezoek aan de waterkant, waar hij van een niet gepland dutje geniet.

Na een gezamenlijke inspanning van alle deelnemers bij het maken van voorlichtingspaketten over het zika-virus (informatiefolders in het Spaans en Portugees, Deet en condooms) aan het begin van de avond, eten we vlak bij het hotel in café ’t Vat.

Daarna wil Iedereen op tijd naar bed, de korte nacht ervoor eist zijn tol.

Of we morgen een reisverslag kunnen zenden is zeer de vraag. We verblijven kennelijk op een eiland nabij New Nickerie, waar we vissen, en slapen in een hangmat.

Dus mocht het één of meerdere dagen duren voor er een volgend verslag verschijnt: wordt niet ongerust.

Zaterdag 25 juni

Na het ontbijt vertrekken we naar het nieuwe gedeelte van Hotel Royal Torarica in Paramaribo. Daar hebben in de ochtend Plaatsvervangend Chef de Poste van de Nederlandse ambassade in Paramaribo Mascha Baak samen met de ambassadeur van Brazilië Marcelo Baumbach, de vertegenwoordiger van het ministerie van Sport en Jeugdzaken Aniel Ghisaidoobe en managing director van de Surinaamse Brouwerij NV Ed Weggemans, de oranje karavaan succes gewenst en op een Surinaamse wijze met een Parbo-'wassie' - Parbo bier als inwijding voor een behouden rit - hen een goede reis gewenst.

Na een rondje door het centrum van Paramaribo te hebben gereden als afscheid, rijden we naar Nieuw Nickerie, de meest oostelijke plaats in Suriname. Onderweg hebben we chinees gegeten in een restaurantje en genoten van kokoswater van ter plekke doormidden gehakte kokosnoten. Het weer is wisselvallig: enorme plensbuien afgewisseld door momenten van zon; niet voor niets is het zo groen daar. Meestal onontgonnen maar de rijstvelden en bananenplantages zijn er inmiddels te vinden.

Bij Nieuw Nickerie ligt een natuurgebied van 135.000 ha genaamd Bigi Pan. Vanaf het parkeerterrein varen we aan het einde van de middag in één uur met kleine platte boten naar het meer, waarop lodges gebouwd op palen gemaakt zijn. We meren daar aan, barbecueën en kletsen met elkaar. Sommigen maken van de gelegenheid gebruikt met de Surinamers in de lodge te vissen, te kaarten of kleine kaaimannen te spotten. De meesten van ons – inclusief Frank – slapen in een hangmat die nacht maar doen geen oog dicht. En vanwege de onwennigheid van de hangmat, maar ook omdat in uit een nabij gelegen lodge tot 03.00 uur in de nacht partygeluid komt. Jacques maakt dankbaar gebruik van het aanbod om op een luchtbed te slapen, dus heeft nog wel wat slaapuurtjes gemaakt.

Om rond 4.30 uur staan we op om te ontbijten en per platte boot terug te keren naar het vasteland van Nieuw Nickerie. Daar vandaan steken we per veerboot de Corantijn rivier over om in Guyana aan te komen.

Zondag 26 juni

De formaliteiten bij de veerboot om te kunnen vertrekken uit Suriname en Guyana binnen te komen kost ons 4 uren. Nog steeds links rijden, weer bewolkt tot zon, temperatuur 32 graden met een hoge luchtvochtigheid. Daarna rijden we naar onze volgende stopplaats Georgetown. We komen daar rond 16.00 uur aan zonder problemen maar met veel dierenverkeer; de varkens, de koeien etc. lopen gewoon over straat. De huizen langs de kant van de weg zien er beter onderhouden uit dan in Suriname, de tractor bij veel woningen duit op economische activiteit, met name op het gebied van rijstvelden en bananen.

Velen van ons zijn moe. Niet vanwege de zwaarte van de rit, maar door de slapeloze nacht ervoor. Na een biertje en een prima diner gaan de meesten vroeg naar bed. Morgen wacht een bezoek aan de watervallen.

Maandag 27 juni

De meeste deelnemers hebben vanochtend flink uitgeslapen na hun hangmat-ervaringen van zaterdagnacht.

Het ontbijt laat voor Frank en Jacques letterlijk op zich wachten. We zitten als eersten aan de ontbijttafel maar zien anderen één voor één eerder hun ontbijt eerder voorgeschoteld krijgen. “Vijf minuutjes nog” krijgen we telkens te horen als we er naar vragen bij de vriendelijke dienstdoende ober. Uiteindelijk krijgen we bijna 1,5 uur na onze bestelling ons gevulde ontbijtbordje.

Na het ontbijt vertrekken we met een aantal deelnemers per bus naar het vliegveld Ogle in Georgetown om een vlucht naar de Kaieteur waterval te nemen. Trans Guyana Airways vliegt naar deze bestemming met de Cessna Grand Caravan, een vliegtuig voor maximaal 13 passagiers. Turbulentie is hierin een vanzelfsprekend verschijnsel, maar het levert wel een fantastisch uitzicht op het woud op.

De Kaieteur waterval is waarschijnlijk letterlijk het hoogtepunt van Guyana: in Essequibo dendert de rivier de Potato met geweld in een vrije val van 226 meter naar beneden over een breedte van ruim 100 meter. Dit natuurwonder ligt in het amazonewoud met een speciaal micro klimaat met de grootste bromelia’s ter wereld, de kleine zeldzame gouden kikker en de zeldzame nesten van de Guyana Cock-of-the Rock. De gemiddelde hoeveelheid water die per seconde passeert is een astronomische hoeveelheid van 660.000 liter! Vanaf het vliegveld vlak bij de waterval lopen we naar drie verschillende plekken om van het uitzicht op de waterval te genieten. We hebben een bijzondere en fantastische middag!

Uit persoonlijke gesprekken met de lokale gidsen aldaar leren we meer over Guyana. Dit land neemt meer en meer initiatief om zich te verbinden met Brazilië. De buurlanden links en rechts – Venezuela respectievelijk Suriname – bevinden zich meer of minder in een (economische) crisis. In Guyana beseft de verscheidenheid van aanwezige culturen dat economische ontwikkeling een must is, in tegenstelling tot de buurlanden, waar dat besef minder is. Guyana wil zich ook nadrukkelijk verder richten op het toerisme. Hoewel het vee onverstoorbaar op de weg loopt of langs weg graast, zien de woningen er veel beter onderhouden uit dan in Suriname. We begrijpen nu de reden, in Guyana heerst meer ambitie, culturen werken samen aan de economische ontwikkeling.

In de avond drinken we een biertje in het hotel en eten een hapje. Daarna op tijd naar bed. Morgen wordt een lange dag, waarbij in het 2e deel – na Linden - het echte off-road traject start.

Voor de lezers van het reisverslag: dinsdag en woensdag rijden we door de jungle in Guyana en logeren we in lodges, donderdag verlaten we het land en arriveren we in de loop van de avond in het Cristal Hotel in de stad Boa Vista, Brazilië. Dit betekent dat pas vrijdagochtend een update van het reisverslag volgt.

Het echte werk gaat nu beginnen. Tot vrijdag!

Dinsdag 28 juni

In tegenstellig tot het bericht van gisteren, vandaag toch een update, omdat op onze eindbestemming van vandaag toch wifi beschikbaar is.

We ontbijten vroeg; dat is ook niet zo’n opgave omdat we inmiddels ook in een andere tijdzone terecht zijn gekomen, het is hier nu 6 uur vroeger dan in Nederland. Prima ontbijt, en op tijd opgediend.

Om 08.40 uur vertrekken we vanuit het hotel in Georgetown naar Linden (100 km), een plaats in centraal Guyana. Een prima weg, maar erg druk vanwege het woon-werkverkeer; veel busjes met mensen stoppen zomaar langs de weg om naar het werk te gaan. Nadat we de buitenwijken van Georgetown achter ons hebben gelaten, wordt het rustig op de weg richting het zuiden.

Vanaf Linden naar onze eindbestemming, een lodge complex in het Iwokrama woud, begint het echte off road werk: 240 kilometer slecht wegdek met heel veel kuilen gaten, soms geasfalteerd, soms niet. Om en lang verhaal kort te maken, wij kwamen als eersten vanaf Linden aan na aan via het pontje vlak voor de lodge.

Een uur daarna volgenden Thea en Jan, de rest kwam veel later binnen.

Frank heeft het gehele traject gereden – is vooraf in goede harmonie met elkaar besloten. Frank blijkt qua rijvaardigheid en conditie boven de rest van de “drivers” uit te steken. Na 5 uur door een wegennet van kuilen en gaten gemanoevreerd te hebben, is hij nog steeds alert en doet geen gekke dingen op de weg. En conditioneel beresterk. Frank geniet er zichtbaar van, maar ik niet minder. Weer een bijzondere dag!

Het echte werk is begonnen. Tot vrijdag!

Woensdag 29 juni

Na een nachtverblijf op de Iwokrama River Lodge, een schitterend complex in de ongerepte natuur van het regenwoud in Guyana, vertrokken Frank en ik na een prima ontbijt naar de Iwokrama Canopy Walkway. Daar hebben we met een treetopwalk – naar 3 plateau’s op 33 meter hoogte – het overzicht over een stukje van de toppen van het regenwoud. Dieren hebben we niet gespot, maar dat heeft te maken met de grootte van onze groep. De dieren blijven dan vaker op afstand. De gids legde uit aan Jacques dat de bladeren die hij had gevonden, van de wilde bananenplant waren. Ook toonde hij vruchten die geneeskracht worden toegedicht.

Het vervolg van de dag was weer een rit met kuilen, heel veel kuilen. Om een indruk te geven: je moet al heel behendig zijn wil je een gemiddelde snelheid van 45 km per uur halen. In de tussentijd verandert het landschap van het onbewoond regenwoud in savannen landschap waar in kleine dorpjes verspreid indianen wonen.

We komen aan op onze eindbestemming Rock View Lodge, een werkelijk idyllisch complex met een restaurant, zwembad, barretje, shops etc. in een lieflijke omgeving van dieren en houten huisjes. In de bar raak ik aan de praat met Colin Edwards, een Londenaar die in 1968 naar het Brazilie verhuisde en later in 1992 het Rock View Lodge complex kocht. Hij bouwde iets eenvoudigs om tot een fraaie complex wat het nu is. Een typisch gesprek met een typische Engelsman, flegmatiek en trots. Je waant je er in de sfeer van de Tarzan films, echt.

Na een biersessie met onze vrienden uit Breda/Prinsenbeek en Eindhoven lieten we ons een smakelijke barbecue welgevallen. Uiteraard was Colin ook van de partij. Op die avond een mooi gesprek met Willem over wijnen en zo.

Rond 22.00 uur op naar de daktent.

Donderdag 30 juni

Frank heeft redelijk goed geslapen in de daktent, ik minder. Ik vond het bloedheet en werd om 02.00 uur wakker omdat mijn blaas er om vroeg. Ik de trap van de daktent af, opportunist als ik was – op blote voeten, en ik trapte vol in een druk mierennest. Dus de rest van de nacht nauwelijks geslapen. Dat hoort bij het avontuur, zullen we maar denken.

Om 06.30 vertrokken we richting Lethem om de grensovergang Guyana/Brazilie te passeren. Omdat de inschatting was dat het qua formaliteiten wel eens heel lang kon gaan duren, vertrokken we zo vroeg.

Aan de rand van een indianendorpje vonden we snel een restaurantje waar we op suggestie van onze Brabantse vrienden met zijn zessen koffie en ontbijt bestelden. Koffie betekent een kan heet water en oploskoffie, het ontbijt betekent een omelet van ei, paprika en dunne schijfjes knakworst. Heerlijk!

Het wachten bij de grensovergang Guyana/Brazilie viel reuze mee. Terwijl Frank als driver de formaliteiten moest afwikkelen, heb ik bij de meeste auto’s van de deelnemers de kentekenplaten maar eens schoongemaakt. Het leverde mij een heerlijke bak koffie op van zowel Bas als Sander – die laatste was overdreven sterk -, een cracker Surinaamse pindakaas van Bas, een blokje kaas van het mooie duo Willem & Roger, maar ook een mooie waarderende glimlach van charmante Justine uit onze groep. Raden waar ik het meest blij van werd.

In ieder geval niet van de Surinaamse pindakaas – ik heb kort na het eten ervan in een half uur tijd wel 10 bekertjes water gedronken, tjee wat een heet spul was dat. Nooit kopen; nu snap ik ook waarom die pot pindakaas nog zo vol was.

Na de grensovergang: niet links rijden in een weg met alleen maar kuilen, maar rechts rijden over een normale weg. Een speciale brug lost het probleem “van links naar rechts “op. Frank moest nog wennen aan die luxe en reed rustig voorop. Zo rustig dat, aangekomen op onze eindbestemming Boa Vista, Sander aan Frank vroeg of hij de avond er voor escargots gegeten had….

Frank en ik boodschappen gedaan in de supermarkt en vroeg naar bed. Morgen een rit van ruim 700 kilometer naar Manaus.

Vrijdag 1 juli

Weer vroeg uit de veren – 06.00 uur – om zo snel mogelijk de rit van 750 kilometer van Boa Vista naar Manaus af te leggen, althans daar vóór het donker te arriveren.

Frank vertelde Jacques bij het wakker worden dat er gisteravond later op de avond – Jacques was reeds naar bed – discussies waren ontstaan over de kwaliteit van de kamer voor die nacht en over het feit dat de auto’s nog niet waren verzekerd voor Brazilie. Wij vonden de kamer prima – geen viersterren hotel maar basic kamer met goede bedden, airco, tv, koelkast en douche/toilet – en is altijd beter dan de daktent.

Het ontbreken van de verzekering, die uiteindelijk in de loop van de ochtend geregeld was, leidde er toe dat 5 van de 13 auto’s pas wensten te vertrekken naar Manaus, nadat de verzekering geregeld was. Wij behoorden niet tot die minderheid en vertrokken zoals gepland om 07.20 uur met Jan & Thea en Eric & Stan richting Manaus.

De BR 174 is een bijzondere tweebaansweg. Ten eerste omdat hij voor een groot deel door de Amazone jungle loopt en dus een schitterend beeld geeft. Ten tweede omdat we halverwege de evenaar passeerden en ten derde omdat het een uitstekend onderhouden asfaltweg is, met veel glooiende heuvels erin.

Jacques heeft voor het eerst gereden en heeft van de 9 uur die we er over gedaan hebben, 3 uur en bijna 300 kilometer gereden, het middengedeelte.

Broodjes kaas in de auto als ontbijt en een lunch rond 13.30 uur in een typisch Braziliaans wegrestaurant waar ook een gezin uit de streek zat te eten. Ik kreeg toestemming om een foto van hen te maken – zie hierboven – waarna Stan mij een petje toe gooide om aan de jongste telg aan tafel te schenken. Manneke – zoontje van Vanessu – dolblij.

Vanavond met een deel van de deelnemers een fantastische steak gegeten – te groot voor Frank – en rond 23.00 uur naar bed. Ik eerst nog het reisverslag gemaakt, Frank sliep binnen vijf minuten.

Morgen vrije dag in Manaus. Zal wel puffen worden. Toen we aan het eind van de middag in Manaus aankwamen was het 34 graden. Zal morgen niet anders zijn.

Zaterdag 2 juli

Na ons ontbijt hebben Frank en Jacques gezamenlijk inkopen gedaan bij de Carrefour in Manaus. Water, cola, fruit, brood, kaas, eieren en yoghurt zijn de belangrijkste voedingsmiddelen om het beruchte traject BR-319 te starten. Frank is daarna nog even de shopping mall binnengelopen, vond dat mooi maar niet veel anders dan in grote centra in Nederland.

Op de vrije middag scheiden Frank en Jacques hun wegen. Niet omdat ze elkaar beu zijn, maar het is gewoon goed niet “alles samen” te doen.

Frank neemt deel aan de excursie die leidt via de buitenwijken van Manaus naar een inheemse stam om daarna de roze rivierdolfijn te bezoeken.

Jacques maakte een wandeling naar het historisch centrum van Manaus – 5 km, 35 graden – om het Teatro Amazonas te bezoeken. Hij trof het, omdat in dit operagebouw, dat na 17 jaar eind 1896 eindelijk gereed was, bij aankomst van Jacques een Engelstalige rondleiding startte.

Het ontmoeten van mensen blijft boeiend. Tijdens de rondleiding raakt Jacques aan de praat met een stel uit Utrecht, Parnian en Max; Jacques maakte een foto voor het stel en Max stelde voor een foto van zijn vriendin met mij te maken. Zie voor foto Frank’s Polarsteps.

De autoverzekering blijkt nog niet geregeld te zijn. Het houdt de gemoederen bezig, wel of niet starten op de BR-319 voordat de verzekering geregeld is.

De BR-319, wordt ons verteld, is in zo’n goede staat dat er grotere bussen op rijden. Ingeschat wordt dat de beruchte BR-319 door de droogte gemakkelijk te rijden is dan vooraf gepland.

In de loop van de avond op weg gegaan naar een steakhouse nabij het centrum van Manaus. Met onze reismaten uit Breda/Prinsenbeek en Eindhoven incusief Ward een prima restaurant gevonden.

Een gezellig einde van een welverdiende rustdag. Morgenochtend op weg op de BR-319? Bij het ontbijt horen we meer.

Zondag 3 juli

Na het ontbijt kwam de gehele groep bij elkaar om te overleggen, nu gisteren bleek dat de autoverzekering voor Brazilie pas na het weekend definitief rond gemaakt kan worden. Op de vraag rijden we door of nemen we nog een extra rustdag – mede ingegeven door het feit dat het traject op de BR 319 gemakkelijker zal zijn dan gepland vanwege de droogte – koos de overgrote meerderheid voor een extra rustdag. Frank en ik met twee andere teams wilden doorrijden, maar we schikten ons naar het groepsbelang.

Wat nu te doen op de rustdag. Alle winkels en te bezichtigen gebouwen zijn dicht op zondag.

Een viertal teams nam het initiatief om op circa 150 kilometer van Manaus de Maroaga-grot te gaan bezichtigen. Circa 2 uur rijden vanaf Manaus.

Omstreeks 11.00 uur reden wij met Willem/Roger, Jan/Thea en Max/Kevin naar het Centro ao Turista van de plaats Presidente Figueiredo waar we heerlijk geluncht hebben. Mijn portugees is zero meer bij de vragende blik wat ik wilde eten kraaide ik als een haan. Vijf minuten later stond de heerlijk gegrilde kip met rijst en groenten op tafel.

Was echt gezellig at lunchtime.

Daarna was het zoeken en zoeken naar de locatie waar het junglepad startte om naar de Maroaga-grot te klimmen en dalen. Toen we dat punt gevonden hadden, werd het nog een kunst om de portugees aldaar duidelijk te maken dat we een gids wilden. Uiteindelijk hadden we succes en na een kwartier kwam een jongeman op de brommer aangereden om ons te begeleiden. Hij sprak ook alleen maar portugees maar wist duidelijk wel de weg in de jungle.

Uiteindelijk duurde het klimmen en dalen in de jungle, de bezichtiging van de Maroaga-grot en het pad terug ruim 1,5 uur. In een extreem hoge luchtvochtigheid. Ik had een overhemd aan dat door en door doorweekt was van het zweet en de luchtvochtigheid; ik heb het overhemd maar aan de gids gegeven als beloning. Het was wel een fantastische beleving. De paar keer dat ik het kortstondig even moeilijk had deelden Max en Willem hun waterfles met mij. Mooi toch?

Om 17.00 uur reden we terug, om 19.00 uur kwamen we weer bij het hotel aan. Is het toch onverwacht een leuke en lange dag geworden.

Enne….. morgenochtend nu echt door naar de BR 319! Telefoon en WIFI gaan nu uit de lucht voor een dag of drie. Daarna weer een reisverslag.

Maandag 4 juli

Vroeg op, 05.45 uur, om om 06.30 te vertrekken vanaf het hotel in Manaus naar de veerboot, die ons in één uur naar de overkant van de Amazone rivier brengt. Tijdens de overtocht is de samenkomst van de Amazone rivier met bruin water en de Rio Negro met het zwarte water goed te zien. Frank heeft hiervan een mooie foto van gemaakt en gepubliceerd.

Over de BR 319 zullen we uiteindelijk veel korter doen dan gepland omdat de droogte de weg beter berijdbaar maakt. Maar “beter berijdbaar” is een betrekkelijk begrip. Door de verharde rode klei is de weg keihard geworden met heel veel kuilen. We zullen vandaag uiteindelijk ruim 300 kilometer afleggen met alleen maar gebonk en gezwaai om de auto op de weg te houden met zo min mogelijk risico aan schade. Laat dat maar gerust aan Frank over.

Onderweg op de BR 319 kom je nog een heel klein pontje tegen waar aan de overkant een klein dorpje ligt. In dat dorpje hebben we overnacht. Omdat we daar rond 15.30 uur arriveerden hebben we goed kunnen zien hoe het er aan toe gaat. Mensen lopen er relaxed rond, leven van weinig maar lijken tevreden met wat ze hebben. Ik heb de kinderen die er rondlopen een aantal oranje ballonen en kransen gegeven, waar ze heel blij mee waren. Later zag ik dat ze in het huis met de ballonen aan het spelen waren, leuk.

Je waant je er ook 50 jaar terug in de tijd. Je kunt eten bestellen, maar het wordt pas klaargemaakt als er elektriciteit beschikbaar is, als de generator zijn werk doet. We keken ook onze ogen uit toe een man arriveerde die spul tegen de muggen door het hele dorp met grote wolken rondspoot met zijn verdelgingsmiddelkanon. Onvoorstelbaar, wat een wolken en een stank.

Voor het eten een potje gedamd met Eric, lekker gekletst. Het avondmaal bestond uit heerlijke vis en/of kip, met rijst. Roger opende de wiskeyfles, het werd dus alsmaar gezelliger. Aan het eind van de avond hebben we met de kinderen van het dorp een ouderwetse stoelendans georganiseerd, waar Jacques en Paul ook aan meededen.

Om 23.00 uur in bed. Het zou een luidruchtige nacht worden. De generator bleef maar draaien, het pontje begon al vroeg te varen en de hanen in het dorp – die zijn er nogal wat – begonnen om 04.00 uur om de beurt te kraaien.

Tot het licht werd…..

Dinsdag 5 juli

Om 06.30 vertrokken om de volgende ruim 300 kilometer van de BR 319 af te leggen. De diepe kuilen in de wegen blijven ons onverstoorbaar vergezellen.

Toch gebeurde er vandaag nog iets onverwachts. Maar eerst moet ik dan iets vertellen over onze nieuwe vrienden. Alle deelnemers aan deze tocht zijn ons even na, maar toch krijg je groepjes die vinden dat ze bij elkaar passen. In het geval van Frank en mij zijn dat de zwagers Paul en Sander uit Prinsenbeek en Eric en zijn zoon Stan uit Liempde. Bij het ontbijt, de lunch en het avondeten zoeken we elkaar op; het klikt, mogen we stellen. Zie bovenstaande foto. Stan ontbreekt, want hij was aan het douchen. Hij is overigens een hele aardige en rustige kerel van net in de twintig en laat zich niet gek maken door wie dan ook. Op mijn vraag wat hij vindt van de vrouwen in Brazilie antwoordt hij dat hem dat niet boeit. Zijn Amber in Nederland is alles voor hem, dus geen behoefte aan buitenlandse vrouwelijk schoon. Mooi toch.

Nu kwam Sander op het idee aan Frank te vragen of hij ook een paar uurtjes in de Mercedes mocht rijden. Dus ging Sander met Frank op pad en ik stapte bij Paul in. Paul en ik raakten snel druk in gesprek over vroeger en nu, heel mooi en boeiend. Maar bij een omleiding langs een bruggetje koos Paul voor het avontuur en koos een lastig spoor. We kwamen echt diep vast te zitten. Mooi om te zien wat er toen gebeurde. Eric met zijn auto stond klaar om ons er uit te lieren en wel zo snel, dat het leek op een brandweer die al reed naar een brand die nog moest uitbreken. En Frank – met Sander – gedroegen zich als een ramptoerist die niet snel genoeg wisten te filmen hoe diep we onder water stonden.

Ik hoop dat het tussen ons zessen goed blijft gaan.

Want mooi te zien dat we elkaars humor aanvoelen en elkaar respecteren met onze goede en mindere eigenschappen. Stilzwijgend doen we de dingen met en voor elkaar. Paul en Frank zijn de nadrukkelijke mannen, Sander heeft een super vriendelijk karakter en Eric zit er als rustig type die weet wat hij wil tussen in.

Het mooiste van die dag was niet het vastlopen van de auto maar het gesprek wat ik tijdens de rit had met Paul. Omdat, in de korte tijd dat we elkaar leerden kennen, we ons kwetsbaar opstelden in het vertellen over het verleden en heden. Je kijk op elkaar wordt minder oppervakkig.

Tegen 16.00 uur hadden we onze eerste stop op onze reis, zonder campingfaciliteiten. Paul maakte pasta voor die avond, heerlijk. Na het eten hadden de driving docters een karaoke avond georganiseerd bij het kampvuur. Hebben we ook aan meegedaan.

De nacht in de daktent in de jungle is een unieke belevenis. Geen zuchtje wind, 25 graden snachts, pikdonker en muisstil, tot rond een uur of vijf de bijzondere vogels van zich laten horen. Zowel Frank als ik hebben de nacht goed doorgeslapen, maar ik werd wel om 05.00 uur wakker; voor mij te warm in de daktent.

De zonsopgang is niet te beschrijven, zo uniek.

Woensdag 6 juli

Na onze jungle-kampeer-ervaring, gebakken eitjes van Eric gegeten als ontbijt, om 07.20 uur op weg om de laatste 350 kilometer van de BR 319 af te leggen, met als eindbestemming Porto Velho.

Rond 11.30 uur lunch en daarna door. Om 14.30 uur komen we bij het Hotel in Porto Velho aan. Halve finale EK voetbal gekeken, Frank heeft in die tussentijd weer schitterende foto’s op zijn site geplaatst.

Onze echtgenotes gebeld, die moesten enkele dagen het contact met ons missen.

Arthur – één van de technische mannen – is jarig vandaag. We gaan eten bij een pizzeria, maar veel deelnemers zijn moe.

Omdat we vóór lopen op ons reisschema hebben we donderdag een rustdag, ondanks het feit dat er in Porto Velho niet zoveel te bezien is.

Welverdiende rust dan maar.

Donderdag 7 juli

Rustdag. Porto Velho is een stad waar de vergane glorie van de tin en andere grondstoffen industrie te zien is. Rommelige straten en chaotisch verkeer kenmerken ons bezoek bij een temperatuur van ruim 35 graden.

Frank is bezig geweest met auto schoon te maken, zwemmen en wat boodschappen te doen. Ik heb mij bezig gehouden met een beetje Mazars werk en muziek bijwerken – ook voor onze Bredase vrienden. Frank en ik hebben samen op onze kamer naar het eind van de halve finale wedstrijd Duitsland – Frankrijk gekeken. Even op de kamer, omdat de airco koele verfrissing gaf.

S’avonds in het hotel eerst een biertje met een aantal, daarna gegeten met onze vrienden uit Breda en Liempde, geen geweldige kwaliteit voedsel – een reuze salade en spaghetti bolognaise. Veel teveel voor Frank, net niet teveel voor mij. Maar was dichtbij de kamer en hoefden niet in het chaotisch verkeer met de taxi mee. Effen relaxen.

Om kwart over twaalf – NL tijd 06.15 - mijn collega Marc van Gurp nog gebeld. Toen ik om één uur op de kamer kwam lag Frank al lang rustig te slapen. Zoals gewoonlijk valt hij supersnel in slaap, welverdiend.

Vrijdag 8 juli

De weg van Porto Velho naar Rio Branco is 520 kilometer lang, is geheel geasfalteerd en wordt onderbroken door een veerpontje. Frank en ik hebben vandaag de driverstijd ongeveer gedeeld.

Het uitzicht vanuit de auto bestaat uit een mengeling van palmen en andere junglebomen, veel koeien en veel weilanden. Soms een dorpje, schooltje of een industriegebied.

Om 06.15 uur opgestaan, kwart voor acht vertrokken, 13.00 uur geluncht – kip met rijst, heerlijk, ook met Ton, Ariane en zoon Ward erbij, gezellig – kwart voor vijf aangekomen in ons hotel IBIS te Rio Branco.

Een echte verplaatsingsdag dus, waarover verder weinig spannends te vertellen is. We gaan vanavond naar het centrum van Rio Branco, die haar levendigheid kennelijk opeist door het verblijf van de vele studenten.

We gaan het ervaren vanavond.

We verlangen naar de volgende dagen. Morgen naar Puerto Maldonado, Peru, 580 km. Zondag rustdag aldaar, maandag verder de Andes in en op 1500 meter wildkamperen, dinsdag rijden naar Ollantaytambo (Lodge), om woensdag deels per trein/deels te voet de Machu Picchu te bezoeken......

Zaterdag 9 juli

Vrijdagavond het centrum van Rio Branco bezocht. Er vond een heel gezellig evenement plaats, met veel openlucht eettentjes, optredens van artiesten, steltenlopers etc. We hebben er van de prima temperatuur genoten, een echt midzomeravond sfeertje op straat. Ik heb mij tien minuten tussen de massa dansers gemengd die meebewogen op aangeven van vier showatleten op het podium. Na een barbecue-diner, een aantal biertjes en mensen kijken, zijn we terug naar het IBIS hotel gegaan.

Weer vroeg opgestaan en na het ontbijt om 07.20 uur richting grens met Peru gereden, via Brasiléia – een levendig stadje – met onderweg het uitzicht op de vele ranches in die streek. Het ziet er welvarend uit in dit gedeelte van Brazilie.

Aan de grens Brazilie – Peru hebben we gemakkelijk uit kunnen checken uit Brazilie, maar Peru binnenkomen is tijdrovend. We kwamen op die post kort na half twaalf aan, en vertrokken er om tien over vier. Bijna vijf uur wachten dus, bij hoge temperaturen. Muziek draaien was verboden, en kaarten als tijdverdrijf werd ook niet toegestaan. Maar ons is verteld je daar niet druk om te maken, want dat heeft geen enkele zin. De laatste groep van onze deelnemers met de familie van Berkel, gids Dirk en arts Geeske hebben bij de grenspost overnacht. Het internet was op de douanepost uitgevallen en dus konden de formaliteiten niet worden afgewikkeld….

Nadat ik het eerste gedeelte van de grens tot Puerto Maldonado had gereden – ik kon maar net een kudde overstekende koeien ontwijken – nam Frank de laatste 100 kilometer voor zijn rekening, waarvan een groot gedeelte in het donker.

De overgang tussen het welvarende deel van Brazilie en Peru is groot. Schamele houten huisjes voeren de boventoon van het straatbeeld aan, wat behoorlijk arm oogt. Nauwelijks straatverlichting en het verkeer is vol risico’s. Brommers met een berijder, vrouw en kind zie je er veel, waarbij alleen de berijder een helm draagt. Levensgevaarlijk.

Aangekomen bij Anaconda Lodge kom je in het laatste junglegebied met een houten verzamelhuis voor het diner en het ontbijt. Mooie jungle-omgeving, maar het harde dance geluid uit de stad was meer dan goed te horen in het gebied. Enorm storend voor de nachtrust. Even dachten Frank en ik om een hotel te boeken in het centrum van Puerto Maldonado, maar toen Paul dreigde als we dit zouden doen hij ons op Facebook uit zou maken voor Woensdrechtse Watjes, hebben we toch in de daktent overnacht.

Frank heeft beter geslapen dan ik; de sterk hoorbare muziek duurde voort tot 06.00 uur in de ochtend.

Een rustdag volgt op zondag.

Zondag 10 juli

Op de rustdag hebben we op ons gemak ontbeten en in de ochtend rustig aan gedaan.

Na de middag is Frank is op excursie gegaan. Met een bootje half uur varen, aan de oever een uurtje wandelen naar een meer. Op het meer een paar uur met de kano meegevaren. Slangen, een krokodillengezin, apen en vogels gespot. In de avond weer terug.

Ik ben met onze Brabantse vrienden, en Roger en Willem naar het centrum van Puerto Maldonado gereden met de tuktuk, een brommerachtig klein voertuigje, dat zich tussen brommers en de auto’s in het verkeer worstelt.

Daar hebben we wat gegeten en gedronken. De finale van het EK voetbal gezien. Ik ben tijdens de wedstrijd in slaap gevallen, deels vanwege de wedstrijd en deels vanwege het warme weer.

Met Roger terug getuktukt.

Nog een staaltje van teamgeest. Het pootje van mijn bril had losgelaten. Met de 10-seconderlijm van Sander en de handigheid van technisch assistent Arthur is mijn bril weer gemaakt.

De nacht van zondag op maandag doorgebracht in een lodge in plaats van in de daktent. Er was een lodge beschikbaar gekomen, vandaar. En we moeten de andere dag supervr

Maandag 11 juli

Om 04.45 uur liep de wekker af. We hadden ons aangemeld voor een excursie spotten van vogels – papegaaien en parkieten – in de vroege ochtend.

Na een korte taxirit en een boottochtje kwamen we aan bij de oever waar bij zonsopgang de papegaaien en parkieten van dichtbij te zien zijn. Schitterend.

Frank heeft mooie foto’s gemaakt van zijn excursie gisteren en ons uitstapje vandaag.

Ik heb de aapjes, die bij de lodges rondslingeren, met banaantjes gevoerd.

Rond de middag richting Cusco, in de avond wildkamperen met een barbecue op een hoogte van 1.500 meter.

Nu was de plaats van dit wildkamperen bepaald als: “volg de weg tot je na ongeveer 200/250 km een herkenningsteken tegenkomt”. Frank merkte na 200 km op dat het toch wel tijd werd om te tanken. Maar in de kleine dorpjes was geen benzinestation te vinden. Na 260 km werden we toch wat ongerust en bij kilometer 262 zag Jacques een dorpje een bord “benzine te koop” tegen. Daar diesel getankt, die was opgeslagen in een houten hokje in vaten. Frank heeft wel drie keer gevraagd of het werkelijk diesel was; de Spaanse dame knikte vol overtuiging. Een kilometer, ja 1 kilometer verder zagen we het herkenningsteken en de plaats van het wildkamperen. Frank controleerde de auto door te proberen te herstarten, dat lukte niet. Verkeerde brandstof of slechte kwaliteit.

Geeske en Marijn – onze driving docters – gaven een heldere en perfecte toelichting op de problemen bij het komen op grote hoogtes, wat morgen aan de orde is.

Frank, perfectionist als hij is, zijn avond was verpest. Terecht, hem kennende. Hij was wat stiller dan gewoonlijk.

Dat belette hem niet met de kettingzaag een geschikte houten paal te trachten om te zagen. Iemand van de lokale bevolking kwam in paniek naar buiten en schreeuwde dat deze paal bedoeld was voor elektriciteitsvoorziening in de nabije toekomst. Dan maar takken gesprokkeld. De paal schijnt voor 2/3e al doorgezaagd te zijn…

De barbecue was gezellig in de donkere buitenlucht – het is om 18.00 uur donker met een lagere nachttemperatuur.

Naast de kippenbout, hamburger, vis en lekkere sauzen, heb ik voor het eerst cocabladeren gepruimd. Dat kan goed werken tegen de hoogteklachten.

Ik had niet veel gedronken maar moest drie keer uit de daktent klauteren voor een forse sanitaire vochtstop. Ik wijt het aan de cocabladeren.

Dinsdag 12 juli

Om 05.45 uur opgestaan, om 06.45 uur stond het technisch team Arthur en Tijmen klaar om het brandstofprobleem op te lossen. Om 8.15 uur was het probleem opgelost – verkeerde brandstof eruit en de filters schoongemaakt, goede diesel uit de voorraad van Paul en Sander.

Vandaag de schitterende rit naar de Andes gemaakt naar een hoogte van ruim 4.700 meter. Frank gaat hele mooie foto’s op de site zetten. Het gevoel als je daar rijdt is niet te beschrijven. Fantastisch.

De foto’s van Frank geven nog het beste beeld van ons gevoel.

De hoogte heeft ons nauwelijks geraakt; we hadden allebei ook geen preventieve medicijnen gebruikt. Frank had even een momentje van lichte duizeling op de top, maar daarna geen enkel probleem meer. Ik heb wel last van een lichte hoofdpijn aan het eind van de dag.

Frank is nog even met de Eindhovense en Bredase mannen kort iets gaan eten; nadat ik 2 paracetamol van Geeske had gekregen – mijn medicijnen lagen in de auto, maar de parkeerplaats was op slot gegaan – ben ik 21.00 uur naar bed gegaan en heb doorgeslapen tot 06.00 uur. Frank was wat later maar was ook om 06.00 uur op.

De schitterende bergrit en een flitsbezoek aan Cusco – om te eten en te pinnen, wat een rommelige stad – hebben energie gekost.

Het bed in de Ollantaytambo lodge leende ervoor. Heerlijk bed.

Woensdag 13 juli

In de ochtend relaxed geluncht, daarna met de trein van Ollantaytambo naar het dorpje aan de voet van de Machu Picchu, Aguas Calientes.

Met Frank en Paul na de treinreis van 1,5 uur in Aguas Calientes geklommen vanuit het centrum naar de warmwaterbronnen. We hebben er geen gebruik van gemaakt. Het waren drie aangelegde zwembaden, maar het bronwater erin leek niet fris. Dit werd later bevestigd door andere deelnemers, die wel in het bad waren gegaan. Een biertje gedronken en toen terug naar het hotel.

Met Paul en Sander hebben wij savonds nog 2 biertjes gedronken en een klein hapje.

Vroeg naar bed – 21.30 uur – want donderdag is de spectaculaire tocht – eerst met een bus – naar de Machu Picchu. Om 04.45 uur opstaan!

Donderdag 14 juli

Na het ontbijt om 05.30 uur naar de bussen die ons in een half uur naar de Machu Picchu brengen.

Een fantastische dag volgt. Frank maakt nog een hike – steile bergtocht – van 2 uur en is als een van de snelsten weer terug van ons gezelschap, samen met Martijn. Ik beperk mij tot de korte hike van 45 minuten, ook mooi. Aangemoedigd en begeleid door de lieve driving docters Marijn en Geeske.

Ook nu weer blijkt de conditie van Frank beregoed te zijn, ook vergeleken met de andere deelnemers uit onze groep, waarvan de meesten toch veel jonger zijn.

Achteraf hoorde ik dat de groep die niet met de hike meegegaan waren, zich ernstig zorgen maakte hoe ik de lange hike zou gaan doen. Onverantwoord vonden ze. Nou, dat vond ik zelf ook toen ik het hoogteverschil van 300 meter zag met steile stenen trappen van 80 graden. Niet voor mij weggelegd.

Supergenoten van het wereldwonder. Zie foto’s Frank.

Na de middag terug met de bus en trein naar de auto – ook Frank heeft nu in de tuktuk gezeten-, waarna we weer naar de chaotische stad Cusco gereden zijn, geen pretje ook omdat het inmiddels donker geworden was.

We arriveerden om 19.30 uur in het hotel. Goede kamer, maar duistere omgeving. Gelukkig staat de auto weer op een gesloten/bewaakte parkeerplaats.

Ik verlang weer naar de stilte van de natuur, ondanks de prima slaapplek. Vrijdag slapen we bij het Titicacameer op de grens met Bolivia.

Misschien weer geen internet voor enkele dagen…..

Vrijdag 15 juli

De reis naar het Titicacameer verloopt vlotjes. Het landschap wordt gekenmerkt door berglandschappen en we rijden op het hoogste punt zo rond de 4.250 meter in de Andes.

Je waant je bij het doorrijden van de Andes op die hoogte in een soort maanlandschap; onderweg kom je koeien, alpaca’s en schapen tegen. Maar vooral is een en ander erg uitgestrekt.

Tijdens de lunch nuttigen we gebraden lamsvlees in een tentje langs de weg. Ik vind het wel lekker, maar de meningen verschillen; vandaag zijn Paul-Sander en Eric-Stan weer bij ons, zoals gebruikelijk nu, zou ik bijna zeggen. Super gezellig.

Na een rit waarbij de coordinaten ons in de steek lieten – we stonden op een gegeven moment midden in een veld, Frank heeft toen het initiatief genomen om naar de dichtbijzijnde weg te offroaden – kwamen we bij de bewoners aan, aan het Titicacameer.

Bij de familie, inclusief drie kinderen, soep en rijst met groenten aan tafel gegeten. Hielke – vriend van Marijn – en Martijn plus Eric en Stan vergezelden ons. In het Spaans met handen en voeten lukte het ons redelijk met die mensen te communiceren.

Savonds nog een kort lokaal verkleed dansje op het veld en daarna het bed in. Onder een laag van dikke dekens, want de temperatuur daalde sterk.

Ik kijk naar buiten; de kleine huisjes hebben een Anton Pieck gehalte. Wat een andere, maar mooie wereld.

Zaterdag 16 juli

Ik wordt vroeg wakker, beetje kortademig en niet lekker geslapen. Vandaag jarig!

Tijdens het ontbijt met de lokale mensen wordt voor mij gezongen, ik voel met direct alweer beter. Van Frank een leuk cadeau gekregen, maar omdat het ook voor mijn Cis bestemd is, kan ik nog niet verklappen wat het is.

Aan de kids van de lokale bevolking – schatjes, je zou ze zo meenemen – heb ik oranje ballonnen gegeven.

Sander feliciteerde mij spontaan als eerste van de rest van de groep. Van hem en Paul heb ik een LED lampje voor op het voorhoofd gekregen, van Eric de batterijen ervoor. Toch wel makkelijk zo’n ding. Als je een grote sanitaire stop in de nacht in het bos moet doen, is dat namelijk best lastig zonder licht op de heen- en terugweg. Ik spreek uit ervaring.

Na het ontbijt terug naar de auto – een forse klim – en op weg naar de grens met Bolivia. Daar verloopt alles vlotjes, in tegenstelling tot de Peru – grensovergang. Heb overleg met de driving dokters, want ik voel me nog niet top. Pilletje gehad in verband met de hoogte, daarna heerlijk kip met frietjes gegeten aan de Copacabana in Bolivia.

Frank bood mij aan nog een stukje te rijden, ik ben blij dat ik dat niet gedaan heb. We kwamen na ondermeer een rit van 150 km rond het Titicacameer om 17.00 uur in La Paz aan maar waren pas 19.30 uur in het hotel. La Paz is verkeerstechnisch zondermeer al een chaos, maar het was ook nog nationale feestdag daar. Zelf Frank stelde dat hij in zijn leven nog nooit zo’n verkeerschaos had gezien. Laat staan ik.

In een restaurant met alle deelnemers gegeten. Ze hebben twee keer voor mij gezongen en kreeg een gitaarbril en een papieren kroon. Van Thea kreeg ik eendje omdat ik in mijn eentje ben, lief. Ik heb een toespraak gehouden – omdat ik jarig was en omdat we op de helft van de reis zijn. Ik heb over alle aanwezigen (3 waren er niet, van de ruim 30) individueel een kort woordje gedaan. En heb over het collectief gezegd dat het een mooie groep mensen is. Was gezellig.

Tegen 23.30 uur in bed gestapt. Geslapen als een roos. Het was een mooie verjaardag op grote hoogte. Uniek.

Zondag 17 juli

Na het ontbijt zijn we La Paz uitgereden – ook op zondagochtend een crime. Na een rit van mooie berglandschappen komen we aan bij het begin van de Road of Death. Alle auto’s op één na besloten deze weg te nemen en niet de moderne asfaltweg er om heen.

We wachtten bij het beginpunt van de Road of Death om te kijken of de zon er nog door zou komen op 3.200 meter hoogte, maar dat wilde niet lukken: het was erg mistig. Om 13.15 uur toch maar gestart op deze triggy road.

Mijn ervaring is dat de rit nogal meeviel qua engheid. Daar zijn verschillende redenen voor. Het was mistig. Ik vertrouw Frank als chauffeur volledig. Op sommige punten stond toch een vangrail. Daarbij kwam nog dat er nauwelijks tegenverkeer op de weg was op onze daling van 3.200 naar 1.200 meter. Na de rit zei ik tegen de organisator Ralph dat het toch een kleine moeite geweest zou zijn, vijf grote stijgende vrachtwagens als tegenligger in te huren als organisatie. Ik hing dus na het avontuur zeker de stoere bink uit, met de mist als belangrijkste reden, vermoed ik. Met mijn lichte diarree neigingen had ik het misschien wel in mijn broek gedaan als het helder geweest was. We zullen het nooit weten.

Frank en ik kwamen overigens tot de conclusie dat de mist de overhand heeft in dat gebied; te zien aan het vele mos langs de kant van de weg.

Tijdens onze rit op de Road of Death wel een grote groep Bolivianen tegengekomen die vrolijk waren en valse muziek maakten. Ladderzat, allemaal zo’n 60 mannen en vrouwen.

Bij het eindpunt kwamen op een camping met lodges. In plaats van in de daktent hebben wij een lodge gehuurd – 14 euro voor twee personen. We hebben de gehele reis nog geen ruzie gehad samen, het gaat prima tussen ons, maar we slapen toch liever in een kamer met twee aparte bedden dan in zo’n daktent. Dat kan nog veranderen tijdens de rest van de reis, maar dat verwacht ik niet.

De campingeigenaar had een barbecue maaltijd klaar staan met rundvlees, worstjes en darm. Die laatste bak hebben Frank en ik maar aan ons voorbij laten gaan.

Om 22.00 uur in de lodge onder de wol. Weer een mooie dag voorbij.

Maandag 18 juli

Wat hebben we heerlijk geslapen in de lodge. Normaal worden we in ons ritme wakker tussen 05.30 en 6.00 uur, nu stapte ik om 7.05 uur als eerste het bed uit. Heerlijke nachtrust, voor ons allebei.

Vandaag naar Oruro als tussenstap naar de zoutvlakte.

Frank scheurde bij het begin van de rit over de asfaltwegen naar beneden. Niet eng, maar er is een stukje waar de verkeersdeelnemers links moeten rijden in plaats van rechts, zomaar een paar kilometer. Er zal toch iemand maar het bord niet gezien hebben; ik heb maar niks tegen Frank gezegd maar ik vond dat stukje enger dan La Paz en de Road of Death samen.

We stopten bij een punt wat het beginpunt van het Cotapata National Park is – vanuit La Paz bezien - op 4.660 meter hoogte. Daar vertelde iemand dat we Oruro vandaag niet zouden kunnen bereiken vanwege stakingen, hetgeen niet juist bleek te zijn. Tintelende vingers vanwege de hoogte is een aparte ervaring.

Het kostte weer 2 uur om La Paz door te komen; aan de zijkant van vele wegen enorm veel kraampjes met spulletjes.

In Oruro aangekomen heeft Frank eventjes geslapen en daarna zijn we met onze Breda/Eindhovense vrienden en Jan plus Thea naar een restaurant gegaan. Heerlijk rundvlees en kip gegeten met een prima glaasje wijn.

Om 22.30 uur naar bed. De zoutvlakte wacht. De volgende dagen geen wifi, dus geen update van het verslag, Jammer maar helaas.

Dinsdag 19 juli

Op tijd opgestaan, maar niet in alle vroegte. We hebben een echte reisdag voor de boeg.

De auto heeft deze nacht in de parkeergarage tegenover het hotel Gran Sucre in Oruro gestaan. Nou, parkeergarage, het lijkt van de buitenkant wel een bouwval met ijzeren hekken. Binnen nauwelijks ruimte. Frank wordt tot drie keer toe gevraagd zijn auto te verzetten. En deze ochtend rijdt een local fors tegen een andere auto aan in de garage. Gelukkig geen Oranje Trophy auto.

De reisdag is minder uitputtend dan van tevoren verwacht. Dit komt omdat er een groter deel geasfalteerd is naar de actuele stand van zaken. Weer woestijnachtig berglandschap. Schitterend.

Onderweg komen we meerdere malen alpaca’s tegen op de weg. Belangrijkste bestaansgrond van de schaarse Bolivianen die hier wonen is de veeteelt.

Rond 13.00 uur getracht te lunchen in een dorpje maar de twee kleine restaurantjes maar die waren overvol. Dus maar gepicknickt onderweg. Ook gezellig.

We komen aan het eind van de dag in het dorp waar de Boliviaanse vrouw van onze Nederlandse gids Dirko vandaan komt. Zijn zwager heeft een hostel met eenvoudige lodges in het dorp. Daarnaast staat een skeletbouw van een hotel, dat in coöperatie van alle andere dorpsbewoners gerund gaat worden. Het staat er zo al jaren en het zal nog vele jaren duren voordat het hotel geopend gaat wordt. De bouw vordert namelijk naarmate er geld is. Dat is de reden dat in de loop der jaren er in dit soort dorpjes nauwelijks iets verandert. Bolivia zal mij toch al bijblijven als een relatief arm land met veel leegstaande en onafgemaakte gebouwen.

Bij aankomst in het dorp bezoeken we op hoger gelegen niveau een grot met mummies, bewijs van slachtoffers bij de werking van het berglandschap.

Van het eenvoudige maar smakelijke diner ter plaatse blijft vooral het chocolade toetje ons bij. Heerlijk. Doet Nederlands aan.

Alweer vroeg naar bed omdat we om 06.30 uur vertrekken om de zonsopgang op de zoutvlakte te ervaren.

De stenen lodges aan de rand van de zoutvlakte bieden plaats aan maximaal 4 personen; Roger slaapt deze nacht bij ons. Best koude nacht maar de dekens beschermen ons tegen de lagere temperatuur.

Woensdag 20 juli

Om 05.15 loopt de wekker af, er volgt een koude douche zowel letterlijk als figuurlijk. 06.00 uur ontbijt en 06.30 uur vertrek naar het midden van de zoutvlakte van Uyuni om de zonsopgang mee te maken. In dat midden ligt het cactuseiland, 40 kilometer van de rand van de zoutvlakte.

Het is onbeschrijfelijk surrealistisch over een vlakte te rijden terwijl je alleen maar witte ondergrond ziet in combinatie met de opkomende zon. Fantastisch. Op het cactuseiland komen we net op tijd aan om de zon te zien rijzen vanuit de aarde. Daarna het cactuseiland beklommen en genieten van het uitzicht. Frank gebruikt voor het eerst zijn drone. Groepsfoto’s en films op de zoutvlakte gemaakt. Ik rijdt daarna de zoutvlakte af; Frank is zo attent een stukje zout mee te nemen.

Na de zoutvlakte rijden we verder de Andes over in Bolivia; de wegen worden gekenschetst door hele slechte zand- en rots wegen. Erg vermoeiend en de kilometers lijken eindeloos en onophoudelijk. Tussen de middag bij de auto’s geluncht met van alles wat we nog hadden – Ariane maakte weer een heerlijke salade van een advocado die ik aan haar gegeven had. Ontmoetten Fransen die beroepsmatig bij de lagunes vertoeven.

Na de lunch begint in het midden van de middag de adrenaline van een anders zo rustige Eric te werken: met name in het laatste uur waar de zandvlaktes zich een weg banen tussen de bergen gaat hij er als een speer vandoor. Frank volgt hem, ik waan mij in een Parijs-Dakar race. We scheuren met een snelheid van 125 km per uur door de natuur. Geweldig en ik laat het zonder angst over mij heen komen. Op de vraag van Frank of ik even achter de auto wil kijken omdat hij twijfelt of het reservewiel er nog wel op zit, stap ik uit de auto en kijk; het lijkt wel een pitstop.

Wij komen om 17.10 uur bij Laguna Colorado aan. Het voelt iets wat kouder aan, maar omdat we toch op de andere moeten wachten – team Eric en wij zijn er als eersten – zetten we alvast de daktent op.

In de loop van de avond begint het steeds kouder aan te voelen. Geen weeromstandigheden om zelf buiten bij de auto te koken. Als iedereen in het dorp is aangekomen – rond 19.30 uur – besluit de vrouw van onze gids voor allemaal spaghetti te koken. Er is een keukentje bij het gebouw waar zeer basis slaapplaatsen – zalen - zijn, daar maakt zij gebruik van.

Een meerderheid besluit gebruik te maken van de slaapzalen. Wij niet, met voor mij, als later blijkt, avontuurlijke gevolgen.

Donderdag 21 juli

De nacht van woensdag op donderdag wordt de koudste nacht uit mijn leven.

Vóór de start van onze reis had ik tegen Frank gezegd dat ik de voorkeur had voor een lichte slaapzak omdat ik het altijd eerder te warm dan te koud heb.

Dit heb ik geweten.

Na licht geslapen te hebben werd ik om 01.00 uur wakker in de daktent omdat mijn lichaam om een dubbele sanitaire stop vroeg. Frank werd op dat moment wakker met hoofdpijn – hoogte verschijnsel - , maar sliep na een pilletje binnen een uur weer in. Hij had voor een betere slaapzak gekozen.

Ik heb na 01.00 uur niet meer geslapen. Van de kou. Ik had in mijn slaapzak twee hemden en twee truien aan, maar dat was niet voldoende. Wat had ik het koud, ijskoud.

Om 05.30 uur was ik het beu en verliet de daktent en liep naar het gebouw waar de slaapzalen waren. Daar zaten onze gids met zijn vrouw bij een primitief houtkacheltje zich warm te stoken. Ze hadden per vergissing te vroeg de wekker gezet.

De gids vertelde tegen mij dat “het een paar graden gevroren had”. Ik voelde mij een watje, kan ik niet meer tegen een paar graden vorst? Tien minuten later voegde Ralph zich bij ons, hij had ook niet meer geslapen vanaf 03.00 uur, zo koud vond hij het. Tijdens ons praatje over hoeveel het gevroren had nam ik het initiatief om terug te lopen naar de auto en op het dashboard te kijken hoeveel graden het toen – 06.15 uur – was. Wat bleek: 15 graden onder nul! De flesje water in het passagiersgedeelte van de auto waren ijsklonten geworden.

Avontuur is leuk, maar dit hoop ik nooit meer mee te maken. Van de ander kant: niet zeuren, het hoort bij zo’n reis.

Flamingo’s kunnen beter tegen de kou. De gids vertelde mij dat ze met één poot in het water gaan staan en de andere ochtend na de vrieskou hun poot uit het ijs loswrikken.

Na de koude nacht op weg. Onze auto startte prompt bij -12 graden, die van Paul en Sander niet. Frank heeft ze op weg getrokken en na enkele minuten sloeg hun motor aan. Gelukkig.

Een heftige dag volgde, met verschrikkelijke rotswegen waar geen eind aan lijkt te komen. Onderweg attendeerde Sander ons op het feit dat er een rookpluim uit de auto was gekomen. Uiteindelijk blijkt het noodzakelijk twee schokbrekers te vervangen. Het is afwachten wanneer de originele schokbrekers gemonteerd zullen worden. De wegen op de volgende dagen zijn goed geasfalteerd en niet gaat- of rotsachtig. Dat scheelt.

We passeren zonder problemen de grens Bolivia – Chili, in een grensgebied met berglandschappen en geisers.

Ons hotel is weer prima: twee aparte bedden, schoon toilet en douche. In de avond in het plaatsje – San Pedro de Atacama – gezellig gegeten in restaurant Adobe met Bernadette, Bas, Thea en Jan.

Om 23.00 uur naar bed. Ons wacht een welverdiende nachtrust en rustdag.

Vrijdag 22 juli

Frank en ik worden om 08.30 uur wakker. Geweldige nachtrust gehad.

Kort na ons opstaan staat Kevin van de technische dienst voor de deur om een en ander af te spreken over de schokbrekers. Wordt vervolgd. Na het ontbijt zijn Frank en ik bezig met het uploaden van de foto’s en films en het reisverslag. Het is maar goed dat we dit doen, want door de vele indrukken weten we niet meer wat we 3 dagen geleden beleefd hebben.

Samen ontbijt en geluncht. Gesproken over de reis tot nu toe en ook onze samenwerking. Allebei vinden we dat het nog steeds prima gaat.

Frank mag dan een paar keer last hebben gehad van hoofdpijn, ik van kortademigheid en diarree, alle klachten zijn maar van korte duur. Dus ook dit gaat prima. De hoogte – 4.800 meter – en de koude – min 15 graden – doen een aanslag op je lichaam, maar wij hebben het er goed van afgebracht. Hoop dat het zo blijft.

Vanavond nog een keer restaurant in San Pedro de Atacama. Dit chileens dorp net over de grens laat in eerste indruk zien dat de ontwikkeling van Chili veel verder is dan van Bolivia. Een toeristisch dorpje waar zaken worden gedaan.

In de loop van de ochtend overigens bracht Bernadette mij een paar dekens – die ik na gebruik weg mag gooien. Morgen wordt het weer een avond daktent/koud – maar nu rond het vriespunt. Lief van Bernadette.

Iedereen wil vandaag een echte rustdag. Dus alles behalve autorijden. Verstandig, want er wacht ons nog 2 weken tot aan Rio. Al is de verwachting dat we de slechtste wegen gehad hebben.

Al met al nog steeds een unieke ervaring. Onze hersenen kunnen deze ervaringen niet bijhouden. Wat een voorrecht om dit mee te maken. Het overbrengen aan het thuisfron is een mission impossible, hoe graag we ook willen.

Morgen 07.00 uur geplande tijd om te vertrekken.

Zaterdag 23 juli

Het geplande opstaan om 07.00 uur gaat niet door. Frank is gisteravond laat en in de loop van de nacht bezig geweest met het regelen van de schokbrekers. Het komt er uiteindelijk op neer dat de originele Mercedes schokbrekers zaterdagochtend beschikbaar zijn bij de Mercedes dealer in Calama, 80 kilometer vanaf waar we nu zijn en op de route van de volgende geplande stop in het routeschema, Paranal.

“We moeten weg” was de boodschap van de klaarwakkere Frank aan mij toen ik om 07.45 uur wakker werd. Snel alles ingepakt. Uiteindelijk vertrokken we om 10.30 uur richting Calama, omdat de technische jongens steeds van plan wisselden.

Om 11.30 uur verscheen Frank uit de showroom van de Mercedes dealer, tevreden kijkend met 2 nieuwe schokbrekers ondr zijn arm. Na aankomst van leden van het technisch team van de Oranje Trophy – Tijmen en Arthur – duurde het welgeteld een kwartier dat de nieuwe schokbrekers waren gemonteerd. Krap van die jongens.

Als dank voor hun hulp hebben Frank en ik de monteurs getrakteerd op een late lunch – 16.00 uur – in de kustplaats verderop, Antofagasta. Hier blijkt temeer hoe ontwikkeld Chili is – en het contrast met bijvoorbeeld Bolivia. Moderne straten, woningen, winkels en kantoren. Je zou je net zo goed in Europa kunnen wanen.

Tijdens het tanken aldaar merkte een van de technische jongens op dat de rechterachterband van de Mercedes leegliep. Ook dit euvel werd snel verholpen met een soort plug, zonder dat de band verwisseld moest worden.

Daarna heeft Frank de auto de stad uit gereden en mij buiten de stad het stuur overgegeven. Het was leuk om weer eens te rijden, maar snel bleek dat we de wild camp parkeerplaats in de woestijn te Paranal niet bij daglicht zouden bereiken. Dat is op de asfaltwegen geen probleem, maar er wachtte ons nog een stuk off road terrein vanaf de grote weg naar de plaats van het wildkamperen. Gelukkig leverde dat voor mij geen probleem op, met name omdat de auto van het technisch team voorging. Mooie ervaring.

Ter plekke wachtten Paul, Sander, Eric en Stan op ons om nog een biertje te drinken in de open lucht met heldere sterrenhemel. Ze hadden ook nog eten voor ons overgehouden, maar daar hadden Frank en ik geen behoefte aan gegeven de late uitgebreide lunch.

De sterrenhemel in de verlaten woestijn zag er adembenemend uit. Op de vraag welke wens ik zou doen bij een vallende ster antwoordde ik dat ik wel een nacht thuis zou willen zijn. Zomaar even.

Iedereen koos de daktent om 21.30 uur. 8 graden, heldere hemel. Gelukkig was de verwachting dat het niet zou gaan vriezen. Gewapend met extra kleding ten opzichte van de vorige keer – wollen handschoenen en sokken – stapte ik de daktent in. Frank sliep al.

Zondag 24 juli

Allebei prima geslapen in de daktent - minimumtemperatuur was zo'n 5 graden, geen vorst. Frank – vanwege zijn vermoeiende vorige nacht – stond om 07.30 op, ik zat al om 06.00 uur met onze Bredase vrienden te buurten op het open woestijnterrein. Leuk om als een van de eersten op te staan; je ervaart hoe het gehele deelnemersveld langzaam ontwaakt, ieder op zijn eigen wijze. En het is ook adembenemend de zonsopgang in de woestijn te zien.

Verder was het eerlijk gezegd een wat saaie dag met veel asfaltkilometers door een zich nauwelijks afwisselend woestijnlandschap. Wel heerlijke verse vis gegeten aan het strand Caleta Pan de Azurcan. Onderweg soms mooie berglandschappen door de stand van de zon. Verder blijven mij bij een gigantische laadschop en wegverlichting op zonne-energie. Ik val soms in lichte slaap tijdens het asfaltzicht, zo ruim 400 kilometer lang.

Onze Bredase en Eindhovense vrienden bleken een avontuurlijke route naar dit strand te hebben gevonden. Althans dat dachten ze; ze kwamen vast te zitten op het zandstrand en hadden daarmee ruim 2 uur vertraging. Frank had ze nog gewaarschuwd onze route te nemen.

We kwamen bij de eersten in Copiapo bij het hotel, rond omstreeks 17.00 uur. Verslagen bijwerken, douchen en het avondeten - vrijwel collectief – om 20.00 uur.

Ondanks de relatief saaie reisdag door de woestijn moeten we steeds attent zijn op onze eetgewoonten – gezondheid – en onze spullen op zo’n reis als deze. Ik meldde al eerder dat, los van kleine ongemakken, Frank en ik de reis to nu toe qua gezondheid goed doorstaan.

Bij de spulletjes is het steeds goed opletten dat je alles meeneemt. We voelen ons tot nu toe veilig, dat zal in de grote steden straks wel eens anders kunnen zijn. Nee, op je spullen letten is tot nu toe geen kwestie van veiligheid, maar van echt alles weer inpakken wat je hebt, van dag tot dag. Ik ben vorige week mijn medisch paspoort kwijt geweest, maar ik heb dat nu gevonden. Ik mis alleen een leesboek, maar dat is geen ramp. Op zaken als portefeuille, paspoort, autosleutels en elektronica moet je van dag tot dag alert zijn. Alleen dus al vanwege het gereis. Dat lukt ons dus tot nu toe. Afkloppen.

Na een gezamenlijk diner – Frank eet zalm, ik T-bone steak – in Copiapo om 23.00 uur onder de wol in onze hotelkamer.

Morgen verlaten we Chili en gaan verder in Argentinië.

Maandag 25 juli

Meldde ik gisteren dat we de oversteek naar Argentinië zouden gaan maken, niets is minder waar. Door hevige sneeuwval is de grensovergang vanaf Copiapo afgesloten. Toen wij om half acht opstonden, merkten we dat alle deelnemers al vertrokken waren. Zij hadden namelijk gelezen op de app dat iedereen terug moest naar de bestemming van 2 dagen geleden, San Pedro de Atacama, 810 kilometer terug op de route!

Wij snel ontbeten en de auto gestart. Althans dat dachten we. De auto startte niet. Iemand van het hotel erbij gehaald, die meldde dat de plaatselijke dealer pas over een half uur bereikbaar zou zijn. Gelukkig kwam Frank op het idee dat het wel eens de beveiliging van de de startonderbreking zou kunnen zijn. Na invoering van de code startte de Mercedes als vanouds. Gelukkig maar, want we lagen als ver achter op de andere deelnemers.

Met Frank achter het stuur hebben we de achterstand behoorlijk snel ingehaald. Dat was ook het enige afwisselende aan de lange reis vandaag – plus dat ik nog een gedeelte heb gereden – want de woestijnomgeving hadden we nu wel gezien. Onderweg nog “de Hand van de Woestijn” bezocht, een beeldhouwwerk in de vorm van een uitgestrekte hand. Heel mooi.

Terug in San Pedro de Atacama kwam ik op het idee dat ik mijn leesboek wel eens had kunnen laten liggen in het hostel waar we geslapen hadden. Ik daar naar toe gewandeld. Na een klop op de deur – het was al donker – opende de eigenaresse de houten deur. Ik probeerde met gebarentaal de vraag over mijn leesboek te formuleren. En jawel hoor, zij kwam met het boek aanzetten. Is ongepland 810 kilometer terugrijden en daar alsnog je verloren boek vinden, toeval?

Na een gezellig diner met de 4 Brabantse vrienden en Ward gingen we naar bed met de afspraak weer maar lekker uit te slapen, wat het schema ook was. We beginnen een beetje ons eigen tempo aan te houden. Voelt goed.

Dinsdag 26 juli

Soms dwing je geluk af. Zoals vanochtend. Ik werd om 06.45 uur wakker en merkte op dat alle deelnemers alweer vertrokken waren. Na een snelle ochtendwake zijn we vertrokken. Ook nog eerst tanken. Maar het geluk was, dat de passage net buiten het dorp voor de grens met Argentinië pas bleek open te gaan om 08.00 uur. Wij sloten dus keurig aan bij de lange rij met wachtenden zonder tijd verloren te hebben. Nee, tijdwinst in de vorm van slaaptijd.De pas over de Andes vanuit San Pedro de Atacama is indrukwekkend. Vele haarspeldbochten brengen ons in een kleurrijke berglandschap-omgeving van 4.710 meter naar zeeniveau. Wat een overweldigende ervaring; ik voelde mij als boven de aarde verheven, met de betrouwbare stuurkunst van Frank als terugkerend gegeven.

Onderaan de pas met onze Brabantse vrienden een pizza gegeten in een Argentijns café, - onder het genot van een plaatselijke zanger/gitarist die ontzettend zijn best deed, maar de lokale omgeving niet zal ontstijgen, vermoed ik. Op de plaatselijke markt in dat dorpje een kadootje voor Sander gekocht – hij is morgen jarig. Ik heb nog een paar alpaca sloffen voor de Nederlandse winterdagen gekocht. Frank diverse lokale dingetjes. 5 van de 13 auto’s hebben vandaag het geplande eindpunt bereikt, Cafayate. Wij niet. We hadden nog vier uur bochtige weggestjes per auto af te leggen toen we om 18.15 uur – als een van de eersten – het plaatsje Salta bereikten. Deze stad is ook het eindpunt van de rit van donderdag aanstaande. Wij hebben voor enkele nachten extra een hotel in Salta geboekt, zoals de meerderheid van de deelnemers. Hier verblijven wij dus de volgende twee dagen en vertrekken vrijdag naar Resistencia.Het landschap verandert geleidelijk van berglandschap naar bos- en weiderijke groene omgeving net na de grens in Argentinië. Mooi die afwisseling.

De auto van Ton en Ariane – Lexus – viel bij de Argentijnse grens stil en is niet meer aan de praat te krijgen. Deze auto wordt morgenochtend versleept naar Salta. Duimen voor hen dat alles weer gerepareerd kan worden.

In het hotel samen gegeten met Frank. 3 overnachtingen met ontbijt in Salta. Heerlijk, even bijtanken.

Woensdag 27 juli

Eerste rustdag van twee. We worden steeds later wakker, nu 8.15 uur. Sander gefeliciteerd via een berichtje met zijn verjaardag, nu onze Bredase/Eindhovense vrienden in Cafayate verblijven en wij in Salta.

Frank laat de auto wassen voor een paar centen, winkelt wat en gaat naar de kapper. Een “topkapper” zoals hij het noemt. Ik zie dat niet want alhoewel het een degelijk kapsel is, ontbreekt elk vleugje van creativiteit. Misschien bedoelt Frank de lage prijs als hij het over topkapper heeft. Ik zeg er maar niks van. Het kan op kappersgebied nog rigoureuzer blijkt later, Bas van Bernadette kennen we niet meer terug na een bezoek aan een kapper in Salta. Een vrolijke krullebol is verworden tot uitgezonden militair qua kapsel, poeh, die Bas.

Ik heb mij vandaag bezig gehouden met mijn afscheid bij Mazars en de afspraken hieromtrent, het op mijn gemak hersorteren van de koffers en lezen. Heel relaxed. Behalve dan dat ik binnen een halve dag twee keer om een nieuwe kamerpas moet vragen bij de receptie. Twee keer kamersleutel kwijtgeraakt. Frank roept lachend dat hij zich zorgen maakt en mij maar eens moet laten controleren bij thuiskomst. Later blijkt dat ik de zoekgeraakte pasjes in mijn etui opgeborgen heb van de paspoorten.

In de loop van de avond komt het bericht door dat de Lexus van Arianne en Ton weer helemaal gerepareerd is. Gelukkig maar, een verdiende uitkomst naar een avond-nachtelijke sleeppartij van 10 uur. Arianne is terecht blij en opgelucht.

Tijdens het diner met de gehel groep die in Salta verblijft, krijg ik een stuk vlees opgediend wat ik qua volume nog nooit heb meegemaakt. Ik heb één derde van het gerecht opgegeten. Wat een gigantische hoeveelheid. Ook een gevoel van onnodige verspilling moet ik eerlijk zeggen. Verder genoten van de sfeer onder elkaar en de verhalen van Dirko over zijn kroegen en Boliviaanse ervaringen.

23.00 uur naar bed.

Donderdag 28 juli

Tweede rustdag van twee. Het moet niet gekker worden, we worden rond 09.00 uur wakker. Allebei weer geslapen als een roos.

Na het ontbijt heeft Frank getankt en gewinkeld en ik ben in Salta rond gaan lopen.

Salta is een typisch Argentijnse stad met toerisme. Je voelt je qua mensen in Noord Europa, maar toch valt mij op dat er veel vuil langs de straten ligt. Dirko, onze gids, bevestigt dat Argentinië in zijn algemeenheid aan het inleveren is qua welvaart, het wordt allemaal wat rommeliger, mensen zijn wat meer ontevreden.

In vergelijking met Chili is dat land misschien iets minder qua welvaart, maar veel netter qua straatbeeld. Merkwaardig. Wat ook opvalt is dat in Argentinië meer politie op straat en op de regionale wegen te vinden is.

Langs ons hotel voert een stoet met veel geluid en muziek. Bij navraag blijkt het een protestmars te zijn tegen de werkloosheid.Ik probeer in het centrum van Salta onze laatste Chileense bankbiljetten om te wisselen. Na verscheiden pogingen lukt het. Of de geboden koers de juiste is, weet ik niet, ik was al blij dat omwisseling kon plaatsvinden. Thuis heb je er niks aan en zal de omwisselkoers helemaal belabberd zijn.

De deelnemers die naar Cafayate doorgereden waren, sluiten zich nu weer bij ons aan. Zij hebben het prima naar hun zin gehad daar, maar in de nacht heeft het ruim gevroren. Wij blij dat we niet doorgereden zijn op dinsdagavond; beter een behaaglijke hotelkamer op de rustdag dan een daktent met flinke vorst. Zowel Frank als ik zullen nooit echte kampeerders worden, zo komen we samen tot de conclusie.

In de late middag – na 15.00 uur – in de buurt van het hotel met Frank licht geluncht bij Rey Carancho, waar een vriendelijke jongeman ons in gebrekkig Engels probeert uit te leggen wat op de menukaart staan. Compliment, want zijn Engels is beter dan ons Spaans. Voor het eerst van mijn leven een Caipirinha cocktail gedronken, op advies van Frank die jaren geleden ooit in Brazilie is geweest. Lekkere cocktail iets met rum en zo.

Vanavond niet te laat eten en vroeg naar bed. Morgen wacht ons ruim 800 kilometer naar Resistencia.

Vrijdag 29 juli

Om 06.30 uur vertrokken voor de lange rit door Argentinië tussen Salta en Resistencia. Het beloofde een lange saaie rit te worden van 815 kilometer met ongevarieerd landschap, maar aan het einde van de dag bleek dat niet het geval te zijn.

Na vier uur rijden nam ik voor een paar uur het stuur over van Frank. We werden begeleid door onbeschrijfelijk weidse landschappen van struiken en bomen. Je moet oppassen niet de focus te verliezen en je moet anticiperen op overstekende koeien, schapen, geiten, kippen, honden etc. Een eindeloos lange rechte weg buiten de bewoonde wereld.

In de veronderstelling dat we genoeg brandstof zouden hebben keek ik niet op de meter, en constateerde Frank ineens dat de eerste tank op lager dan reserve stond en de 2e tank overgepompt moest worden. Zodoende moet je dan na een tijdje zien dat de meter weer oploopt naar vol. Maar dat was niet het geval. Wij ongerust op zoek naar een benzinestation. Dat vonden we snel, maar daar was geen diesel te koop. Er werd gezegd dat 25 kilometer verder er een dieselpomp langs de weg zat. Ik moet bekennen, dat rijdt dan niet lekker. Bij het tank bleek gelukkig dat er nog ruim voldoende brandstof in de tank zat; de meter reageerde even niet goed.

Om te lunchen reden Frank en ik het stadje Presidencia Roque Saenz Pena binnen. Behoorlijke faciliteiten, maar bij allemaal dicht vanwege en siesta en het winterseizoen. Een soort Zandvoort in november. Toch een eettentje gevonden en daar kipschnitzel met frietjes gegeten. Prima, tot ik al etende gebeld werd door Ralph, de organisator. Met de volgende mededeling.

Een van de deelnemers, Roger – hij reed inmiddels alleen omdat zijn maat door privé-omstandigheden tijdens de reis moest afhaken en had daarom een van de technische mensen bij zich, Kevin – was tijdens het rijden van de weg afgeraakt. De auto was over de tegenbaan gegaan en daarna in de zijkant vier keer over de kop gegaan. Total loss. Een ravage, maar Roger heeft alleen maar snijwonden aan zijn vingers en Kevin een bekneld gevoel op de borst. Roger vertrekt vanzelfsprekend naar huis – hij kwam om zelf te rijden en dat zit er nu niet meer in. Maar gelukkig qua letsel is alles goed afgelopen. De spullen uit de auto van Roger zijn verdeeld over de andere auto’s. Schrikken, napraten en weer verder.

Ralph en de driving dokters hebben uitstekend werk verricht. Maar ook de lokale bevolking op de weg heeft kennelijk goed geholpen. Wij hebben er allemaal niets van gezien omdat wij vrijwel de gehele rit ruim op kop reden.

Héél luxe hotel in Resistencia.

De meesten hebben pizza in het hotel gegeten, ik heb bij de buurman van het hotel, de Wallmart, brood en cervelaatworst gehaald. Had ik zin in, zomaar iets kleins.

Zaterdag 30 juli

Half acht wakker. Uitstekend hotel, uitstekende kamer. Fantastisch geslapen. Na het ontbijt na negenen vertrokken richting Paraguay.

Frank had er extra zin in vandaag, dat merk je. We vertrokken zeker niet als eerste, maar Frank nam al snel de kop van het auto-peleton. Snel, gedegen en betrouwbaar, zoals altijd.

Op zo’n rit waarbij je eindeloos weides en runderen ziet, val ik natuurlijk wel een keer of wat in lichte slaap, zeker ook als de temperatuur op gaat lopen – ondanks de airco. We zijn in één keer doorgereden naar Paraguay en zijn zonder gids de grensovergang doorgekomen. Spaans met handen en voeten helpt.

Weer is onze ervaring, dat als je de grens passeert, er een andere wereld ontwaakt. Paraguay is een voudiger, maar groener, tropischer met weer handelswaar te koop langs de weg bij de grens. Gigantische hoeveelheden spullen zie je daar. Nog even bij een handelaar mijn resterende 70 Argentijnse pesos gewisseld – waarde 5 euro – en ik kreeg daar 20.000 eenheden uit Paraguay voor terug. Je bent hier zo miljonair.

We rijden door naar Trinidad, en meer specifiek naar het nabij gelegen Hohenau. Veel Duitsers lijken zich in deze regio vroeger te hebben gevestigd.

Op de camping aangekomen – als eerst – nemen we een biertje en een pizza. Het zou nog bijna een uur duren eerst de gewoonlijke frontrunners – Jan en Thea – op de camping aankwamen.

Ook vanavond geen daktent; we hebben een zeer schone en ruime lodge geboekt voor 20 euro per persoon. Nog lekker even gekletst met Jan en Thea en daarna zijn we aan ons huiswerk begonnen, het reisverslag van de afgelopen dagen.

Afgelopen dagen enkele tips gekregen. Paul vertelde dat als je geen juiste stekkeraansluiting hebt maar wel een USB aansluiting, je dit op kunt laden via de TV. Thea gaf de tip dat je bij diarree een goede remedie hebt: koffie, veel koffie. Inderdaad, ik heb gemerkt dat dat werkt. Ik had nog last van lichte diarree, maar dat is over.

Nog 1.800 kilometer tot aan Rio, vandaag de 10.000 kilomtergrens gepasseerd.

Zondag 31 juli

De zondagochtend op Camping Parque Manantial te Hohenau begint met het met een stel kijken naar de verrichtingen van Max Verstappen op de TV in de ontbijtzaal. Iedereen begint tevreden aan het ontbijt met de podiumplaats van Max als gespreksonderwerp. Prima ontbijt.

Het Parque zal ons bijblijven als geordend, schoon, frisse natuur en Duits. De erfenis van een golf van Duitse immigranten rond 1900 naar dit gebied.

We vertrekken daarna voor een rit van 255 kilometer door Paraguay om net over de grens van Brazilie uit te komen. Bij de grens geen controles en dus geen formaliteiten, althans dat dachten we op zondag. Dit blijkt achteraf een tijdrovende misrekening. Morgen hierover meer.

De rit door Paraguay laat zien dat het hier om een kleurrijk land gaat qua landschap. Veel echt groen, ontgonnen akkers en grote internationale bedrijven die hier business doen vanwege de akkerbouw. Kijkend naar de omgeving zie je grote verschillen qua huisvesting – en dus ook qua welvaart. Al met al een schitterende beleving van het landschap.

Tussendoor zijn we nog even de ruïnes van een Jezuïeten klooster gaan bezichtigen; deze orde werd opgericht in Parijs in 1534.

In Brazilie aangekomen kwamen we op een eenvoudige maar functionele camping. De lodge daar was erg basic maar voldoende: 2 bedden, een douche en een wc. Met Jan en Thea – onze lodge buren – gekletst en in de loop van de avond bij Bas en Bernadette gegeten. Sfeervol.

Maandag 1 augustus

De maandag brengen we in de loop van de ochtend een bezoek aan de Iguacu watervallen.

Dit bezoek is voor mij een van de hoogtepunten van onze reis. Bij het bezoek wordt je overweldigd door 275 watervallen die gemiddeld 80 meter naar beneden denderen over een breedte van een kleine 3 kilometer. Mooi, adembenemend, vooral nu deze ochtend over de watervallen ook een prominente regenboog het licht op het water doet schakeren. Dit zal mij altijd bij blijven. En geniet van de foto’s van Frank zou ik zeggen, om enig beeld te krijgen. Maar ja, je moet er echt gestaan hebben, zo mooi.

Ter nagedachtenis aan dit bijzondere natuurschoon heb ik een T-shirt, boek en DVD gekocht. De herinnering moet blijven, is mijn stelling.

Frank wilde daarna – het was inmiddels 14.00 uur – nog een stuwdam gaan bezichtigen, maar daar is het niet van gekomen deze middag.

De douaneformaliteiten bleken niet in orde. In ons paspoort ontbraken stempels “Paraguay uit” en “Brazilie in”. Wij terug naar de grens, zoals vele deelnemers aan de reis. We passeerden de grens Brazilie en lieten daar ons stempel “Brazilie in” zetten. Toen nog even naar de douane van Paraguay – aan de grens met Brazilie – voor het stempel “Paraguay uit”. Die douanebeambte meldde mij – Frank was in de auto blijven zitten – dat we de verkeerde volgorde van handelingen verricht hadden. Ik kreeg wel de stempel, maar eerst nadat ik een boete betaald had van 45 dollar. Toen ben ik met een nietsbegrijpend gezicht tien minuten aan de balie blijven staan kijken – ik ga me daar een beetje willekeurig 45 dollar betalen. De reactie van de beambte was, dat Frank en maar bij moest komen. Die speelde het spel mee en na een tijdje konden we vertrekken, met stempel, zonder boete. Het kostte ons, met alle andere grensformaliteiten, de rest van de middag.

In de avond op de camping hebben we een gezamenlijke barbecue gehouden. Iedereen was aanwezig, 30 personen, deelnemers en organisatie. Ik heb mijn belofte ingelost door die avond een kwis te houden met vragen over de deelnemers, de landen en muziekvragen. Iedereen – zonder uitzondering - deed enthousiast mee. Frank was mijn kwis-assistent. Wat kunnen mensen dan toch competitief ingesteld zijn.

Het feestje duurde tot 01.00 uur – Guus en Thea leken niet uitgedanst te raken. Frank was om 00.15 uur naar bed gegaan, ik om 0.45 uur.

Dinsdag 2 augustus

De dinsdag is een echte reisdag geworden. Zonder ontbijt vertrokken Frank en ik om 08.45 uur als eersten op de camping.

Dit nadat ik mijn matras heb achtergelaten. Dit matras – een toplaag - heb ik gebruikt tidens de keren dat we in de dak tent sliepen. Lekker extra zacht. Maar aan de daktent nachten is deze reis een einde gekomen. Lekker idee, vinden zowel Frank als ik.

Bosrijke maar redelijk eentonige landschappen volgen tijdens de autorit. Kronkelende 2 baanswegen met veel vrachtverkeer. Het schiet niet op. In totaal duurde de reis – met een korte onderbreking van een buffetlunch bij een eenvoudig wegrestaurantje met z’n twee – 9 uren. Ik heb vandaag één derde van de tijd achter het stuur gezeten. Nu wel goed op de brandstoftank gelet.

Verblijf in een goed hotel op het eindpunt, de plaats Curitiba. Ooit van gehoord, van Curitiba? Ik niet. Maar wel een plaats met bijna 2 miljoen inwoners. De infrastructuur doet zeer modern aan. Het verkeer is druk bij aankomst, maar de doorstroming ervan is prima.

De 11.000 kilometergrens is overschreden, zo constateerden we in de avond met Ton, Arianne, Ward, Paul, Sander, Eric en Stan in een gezellig steakhouse. En we kletsen over de barbecue-avond (lekker eten, leuke kwis en kennelijk een beetje gedoe aan het eind) en het bijna einde van de reis.

Morgen wacht een betrekkelijk eenvoudige rit van 400 kilometer over vierbaanswegen. De bestemming is wel een uitdaging: het centrum van Sao Paulo.

Woensdag 3 augustus

Frank werd vanochtend wakker met een verrassend gemompel. Hij heeft deze nacht een klein venijnig wondje opgelopen vlak onder zijn rechteroog. Ziet er best fors uit, zo in verse staat.

Ik was niet de dader. Frank vermoedt dat hij zich per ongeluk gekrabt heeft in zijn slaap. Ik vraag mij wel af waar hij dan op dat moment over droomde, maar dat heb ik maar niet ter sprake gebracht.

De reis vandaag naar Sao Paulo geeft een mooi maar weinig afwisselend beeld van Brazilie te zien. Heel bosrijk en veel veeteelt, maar weinig nieuwe beelden.

Het laatste stukje van de reis zou wel eens spannender kunnen zijn, dachten wij. In Sao Paulo en haar agglomeraties wonen tenslotte meer mensen dan in heel Nederland, namelijk zo’n 20 miljoen inwoners.

Dit viel reuze mee. De reusachtig brede aan- en uitloopwegen naar het centrum van de stad – 8 banen is geen uitzondering – brengen rust in de verdeling van het verkeer. Heel geleidelijk kwamen we redelijk gemakkelijk in het hartje van de stad. We erbij verteld, dat we niet in de spits binnenreden maar zo rond een uur of twee. Maar dan nog.

Spulletjes gesorteerd, foto’s en verslagen bijgewerkt en nog wat gewinkeld en rondgelopen voordat we gingen eten met Sander, Paul, Eric, Stan, Arianne, Ward en Ton. Prima gegeten, maar Ton was die avond de culinaire pechvogel. Zijn hoofdgerecht was koud en zijn toetje kwam veel te laat. Zonde Ton, maar zijn humeur leed er niet onder.

Op tijd naar bed gegaan. Geen zin in alcoholische uitspattingen.

Donderdag 4 augustus

Frank werd vroeger wakker dan de laatste weken en besloot vroeg te vertrekken. Hij had een vooruitziende blik, zo blijkt later. Van zijn “oogwond” was steeds minder te zien.

De route naar de kust en langs de kust naar Paraty – een tussenstation voor Rio – is geweldig mooi. Hele mooie inhammetjes in de zee geven een beeld van knusse strandjes met het gevoel daar alleen te zijn met de zee. De zee die overigens bij stilstond, zo weinig wind was er. De temperatuur loopt op naar 27 graden onderweg.

In het roadbook stond dat je aan het strandje van Praia Prumirim moest lunchen, zo idyllisch als het plaatsje is. Ralph bleek er ook te zijn met zijn Karin en Kevin. In het strandtentje aan zee met zijn vijven lekker gekletst, genoten van de zee en de stilte.

Waar we niet van genoten was de bereidingstijd van de gerechten. Ik had vis van de dag besteld, maar het leek achteraf of die echt nog gevangen moest worden. De kok legde in het Portugees uit hoe lang de bereiding nog zou duren, maar een blijk van snelheid werd niet bewezen: 13.45 uur besteld, 15.30 kwam de heerlijke vis op tafel. Goed gaar, dat wel.

Twee dagen geleden had ik mijn matras gedumpt in de veronderstelling dat we niet meer zouden daktenten. Dat was een tegenvaller: op de camping in Paraty bleken er geen lodges te zijn en voor ik aan Frank kon vragen of wel wellicht in een hostel naast onze camping zouden slapen, had hij de tent al uitgezet.

De nacht is overigens toch prima verlopen, Frank sliep in één ruk door, ik werd even wakker rond 04.00 uur. De temperatuur was rond 20 graden en blijkt ideaal om te daktenten voor niet-daktenters zoals Frank en ik.

Kort hapje in de loop van de avond met Thea en Jan – en Fee – daarna heb ik de uitslag van de kwis bekend gemaakt. Het team van Titia, Eric en Martijn was de terechte winnaar. Wat heeft iedereen fanatiek meegedaan bleek uit de antwoord formulieren. Leuk, die waardering.

Onze supergids Dirko kreeg door mij namens de groep een cadeau aangeboden. Als dank kreeg hij de door de groep aangekochte kettingzaag aangeboden

Vrijdag 5 augustus

Goed geslapen tijdens de laatste dak-tent-nacht. Allebei.

De kronkelweg langs de stranden bleef nog even aanhouden toen we om 08.00 uur vertrokken richting Rio de Janeiro. Bij Nova Iguacu gaat deze weg over in een vierbaansweg. Bij binnenkomst van Rio de Janeiro volgden we de auto van het technisch team – Tijmen en Arthur – maar die bleken even de weg kwijt. Uiteindelijk kwamen we ruim op tijd en zonder problemen en gevoel van gevaar uit bij een verzamelplaats vlak bij het centrum van Rio.

De twaalf auto en de deelnemers zo oranje mogelijk uitgedost. Frank kreeg van een van de dames een soort Hollandse molen muts opgezet. Ik heb nog wat ballonnetjes uitgedeeld en meegedaan aan de polonaise. Ook nog gefilmd door het AD. Zowel in het digitale AD als in hart van Nederland kwamen we in beeld.

Toen een fantastische rit met alle auto’s achter elkaar door Rio en langs de Copacabana, een kilometers lang strand met brede boulevard. De politie hielp ons spontaan een handje om bij elkaar te blijven; het is tenslotte ook nog de dag dat de Olympische Spelen beginnen.

Eindpunt rond 15.30 uur was het Holland Heineken Huis. Allemaal één biertje gedronken, nog veel groepsfoto’s voor de ingang gemaakt en toen naar het hotel. Het viel niet mee ons hotel aan de Copacabana te vinden, laat staan een fatsoenlijke parkeerplaats te bemachtigen. Uiteindelijk staat de auto voor de ingang van het hotel.

In de avond lekker relaxed samen gegeten in het hotel – prima buffet – en daarna volgens afspraak allemaal verzameld in het Holland Heineken Huis. Een gezellige locatie die tropisch aangekleed is, met zwembad, reuze TV scherm, veel biertaps en een dance ruimte. Met zijn allen veel biertjes gedronken, elkaar gefeliciteerd dat we het gehaald hebben, en lekker bijgekletst.

Het Holland Heineken Huis is tot 01.00 uur open, maar Frank en ik zijn om 00.00 uur per taxi naar het hotel vertrokken omdat we zaterdag ochtend 09.30 uur bij het Maracena stadion moesten zijn voor de volleybalwedstrijd Nederland – China, dames. Mijn keuze van hoogtepunt van het bezoek aan de Spelen, hoopte ik. Die hoop is uitgekomen.

Even nog vijf minuten voor het naar bed gaan de tijden nakijkend, bleek dat Nederland pas om 11.30 uur moest spelen en niet om 09.30 uur. Dus niet zo vroeg uit bed, riep ik tegen Frank. Die sliep al. Na 12.220 kilometer door Zuid-Amerika.

Mooi.

Zaterdag 6 augustus

Dat Frank al om 07.00 uur uit bed was in ons mooie hotel Golden Tulip Continental aan de Copacabana, was geen probleem voor Frank. Hij heeft de gelegenheid genomen om alvast uit te gaan sorteren wat hij mee terugneemt tijdens de vliegreis of in de te verschepen auto achterlaat.

Nadat Frank nog wat foto’s heeft genomen vanuit de hoogste verdieping in het hotel, zijn we om 10.15 uur per taxi – half uur rijden - naar het Maracana stadion gegaan. Daar was het laatste deel van de wedstrijd Japan – Zuid Korea bezig. Wat een belevenis in het stadion.

Ik had perfecte plaatsen geregeld, vlak bij het speelveld op de 9e rij oplopend. Fantastisch uitzicht. En wat een wedstrijd, 3-2 voor onze dames. Ben zelden zo uitbundig uit mijn dak gegaan, en ook Frank ging in de wedstrijd op. Om nooit meer te vergeten. Van de prachtige foto’s die Frank heeft geschoten, hang ik een vergroting op mijn kamer. Weet ik zeker. Wij zijn binnen nog gefilmd en buiten geïnterviewd door buitenlandse zenders, welke weten wij niet.

Na een lichte lunch, het was inmiddels 15.00 uur, op naar het beachvolleybal, een reusachtig stadion op loopafstand van ons hotel op het strand van de Copacabana. Toen we binnenkwamen was een team uit Brazilie aan het spelen. Volle bak in dat gigantische stadion in de open lucht, en geweldig hoe die Brazilianen op hun team reageren.

Later winnen Meeusen-Brouwer (heren) en Meppelink-Van Iersel (dames) in onze aanwezigheid hun wedstrijden.

Waar wij dus vandaag waren hebben de Nederlandse teams gewonnen. Alles.

Na het avondeten vanavond naar het Holland Heineken Huis. Morgen hebben we nog kaartjes voor de hockey wedstrijd van de dames, het wegwielrennen van de dames en een dagdeel beachvolleybal.

We zien wel. Wat weer een superdag. En samen kwamen we tot de conclusie dat de hele periode super is geweest, ook onze samenwerking.

Maar alles gaat voorbij. Morgen, zondag, de laatste volle dag in Rio.

Zondag 7 augustus

Over zaterdagavond, in het Heineken Huis werden we nog verrast door een kort maar krachtig optreden van Kensington. Wat een power heeft die band, nog versterkt door de kleine ruimte waarin ze speelden.

Frank en ik besloten vandaag rustig aan te doen. De kaartjes voor de hockeywedstrijd Nederland – Spanje hebben we aan Arianne en Ton gegeven, en de wegwedstrijd van het wielrennen dames hebben we laten schieten. We besloten op de Copacabana te te blijven en daar ook inkopen te doen in de offical store van de Olympische Spelen. Om daarna nog een keer het beachvolleybal te zien.

Terwijl het beachvolleybal op 15 minuten lopen van ons hotel plaatsvindt, zijn vele andere sporten verspreid over Rio. Dat betekent dat je soms 3 uur moeten rekenen voor de heen- en terugreis van het evenement naar het hotel. Vandaar onze keuze om een en ander te laten voor wat het is.

De Copacabana is ook in wintertijd op zondag een waar spektakel. Een diepzandstrand met daarvoor een brede boulevard. De hele boulevard is dichtbepakt met mensen in de breedte lopend met 10-12 mensen. Continu. Met een lekker zonnetje en een aangename temperatuur is het goed toeven. Het vrouwelijk schoon is er in overvloed en schaars gekleed. Niet goed voor Frank nu hij al bijna 7 weken van huis is. Nu begrijp ik waarom hij steeds zijn fototoestel meeneemt met grote zoomcapaciteit.

Je ziet ook regelmatig helikopters overvliegen; de “happy few” laat zich niet naar het centrum van Rio per auto vervoeren, maar maakt gebruik van het luchtruim.

Lopend bij de offical store aangekomen moet je in de rij gaan staan om te wachten of je binnen mag. Zo druk. Gelukkig is het zo dat er een “preference entry” is – zoals ook bij de sportwedstrijden – waar onder andere 60 plussers in mogen. 60 plus heeft dus ook voordelen! Onze aankopen gedaan, dit was nog een gedoe omdat dat alleen met Visa Card – sponsor van Rio – mag. Toch gelukt.

Daarna naar het beachvolleybal – weer waren wij getuige van de Braziliaanse sfeer omdat een thuisteam moest spelen. Frank heeft weer mooie foto’s hiervan gemaakt.

Even tussendoor. Frank heeft zoals eerder vermeld een bereconditie; bij bezoek aan een punt, berg of strand loopt hij voorop en moet dan na zijn enthousiaste tred soms even wachten op mij. Het is niet anders; ik heb tenslotte ook meer kilo’s te vervoeren. Maar op een geëigend moment moet ik steeds op hem wachten. Bij elk bezoek aan een wedstrijd wordt je bij binnenkomst gescand. Frank moet altijd gefouilleerd worden, door zijn kunstheup gaat dat apparaat altijd op rood, wat hij ook uittrekt. Ja, en ga dan maar eens in het Portugees uitleggen waarom dat apparaat piept. Lukt Frank niet, maar mij ook niet.

In het Hotel aangekomen om 18.15 uur heb ik kort daarna Frank gefeliciteerd met zijn 61e verjaardag. Het was tenslotte in Nederland al bijna 0.00 uur. Mijn cadeau voor hem op zijn kussen gezet – de Rio mascotte in grote en kleine uitvoering.

Om 19.30 uur vertrokken naar het restaurant waar we als deelnemers onze laatste samenkomst voor vertrek naar Nederland hebben gevierd. Frank werd toegezongen en kreeg een taart met één kaarsje aangeboden.

Om 23.00 uur vertrokken we naar het Holland Heineken Huis waar we onze laatste biertjes in Rio hebben gedronken. Om 0.00 uur werd Frank weer door ons gefeliciteerd, nu vanwege de Rio overgang naar 8 augustus.

Om 01.45 uur stapten we moe, niet dronken, maar wel voldaan na zo’n verjaardagsparty in bed.

Maandag 8 augustus

Uitgeslapen en om 08.30 uur op ons gemak ontbeten. De koffers definitief ingepakt. Ready to check-out.

Frank vat het plan op om het beroemde beeld op de berg te bezoeken – per bus en wandelen. Ik ga proberen een fiets te huren om de hele Copacabana te aanschouwen.

Het is nu 10.45 Rio tijd – 5 uur vroeger dan in Nederland. Vanmiddag om 15.00 uur per taxi naar het vliegveld. Vertrek naar Nederland om 19.50 uur, aankomst Schiphol dinsdag om 12.15 uur.

NAWOORD - Donderdag 11 augustus

De reis is voltooid! Het is ons gelukt!

Na aankomst dinsdag op Schiphol – enfant terrible van Rio 2016 Yuri van Gelder zat enkele plaatsen vóór ons in de lucht - nu thuis.

De eerste overdenkingen zijn begonnen. Niet alleen last van de jetlag, maar ook de abrupte overgang naar het thuisfront maakt me verward. Ondanks het gelukkige weerzien met mijn Cis, de kids Anouk, Tobias en Timon, en vertrouwde vrienden, familie en kennissen en collega’s.

Het gevoel van dankbaarheid overheerst. Dat ik dit heb mogen meemaken. De onmacht van het niet echt kunnen delen dan alleen met Frank, ten spijt.

Frank, een echte leeuw, en ik, als kreeft, hebben een hecht team gevormd met ieder hun eigen rol. Super bedankt, Frank. Voor wie je was en wie je bent. Als mens, als chauffeur, als fotograaf etc.

Voorbeelden ten over dat het prima gegaan is tussen ons; ik noem er spontaan een aantal:

  • Als we gingen rijden had ik alle vertrouwen in Frank tijdens zijn ruim 11.000 km en dat is de gehele reis nooit beschaamd. De kleine 1.000 km die ik heb gereden – vooraf afgesproken - voelden ook als vertrouwen-gevend vanuit Frank.
  • In de prachtige landschappen – de jungle, de Andes etc. – genoten we in stilte, zonder muziek. Stilte voelt als een bewijs van een hecht team, stilte mag dan en is niet bezwaarlijk.
  • We gingen met hooguit drie woorden op dezelfde tijd naar bed, in de ochtend werden we vrijwel gelijk wakker. Hoezeer de tijden ook wisselden.
  • Sommige dagen gingen we apart op pad – bij bezoek aan een stad bijv. -, maar kwamen uiteindelijk stilzwijgend weer bij elkaar in de loop van de dag.
  • Frank sliep altijd op het linker-bed, ik op het rechter-bed. Van tevoren afgesproken en daarna nooit meer een punt van discussie; of het nu betrof de daktent, een lodge of een hotelkamer.
  • Als Frank een scherpe opmerking maakte – en dat kan hij heel goed – maakte ik dikwijls een scherpe opmerking terug. We glimlachten dan om elkaar. We zijn nooit boos op elkaar geweest of geworden.

  • In de Oranje Trophy groep stelden we ons altijd solidair op, met een vorm van gezonde afstand, om niet teveel aan bepaalde personen “te klitten”. We dachten daar hetzelfde over, zonder het er over te hebben. Ik heb het gevoel dat we daardoor als team goed lagen bij de rest.
  • Ondanks het verschil in karakter hebben we dingen ook erg gemeen. Zo zijn wij volstrekt geen kampeerders; ik schat in dat we dat ook nooit meer zullen worden.

Dank gaat ook uit naar Marianne van der Pol – die kwam uiteindelijk op het idee mij te vragen voor de reis – en mijn Cis, want als die nee gezegd had, was ik niet gegaan.

Dank aan alle naasten die mij – in welke vorm dan ook – een amulet voor de reis hebben meegegeven. De bescherming heeft zijn werk gedaan.

Dank aan alle mensen die deel uitmaken van de deelnemerslijst en de organisatie. Door en met jullie was de reis een feest.

Dank aan alle mensen die Frank en mij met woorden, kaartjes of digitale media hebben gesteund vóór, tijdens en na de reis. Excuses dat we niet in alle gevallen persoonlijk hebben gereageerd.

Dank aan Mazars en mijn collega’s die mijn gunden om vlak voor mijn pensioen per 1 september a.s. 7 weken op reis te gaan.

Het duurt nog wel even voordat ik - het grootste deel van - de reis heb verwerkt.

Wat bof ik toch.

0  -  0  -  0  -  0  -  0  -  0  -  0  -  0